Vergoedingsrecht
Huisarts Ineke en haar echtgenoot Rob zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Wanneer Ineke een schenking van een ton onder uitsluitingsclausule ontvangt, besluit zij die te gebruiken om de gezamenlijke hypotheek af te lossen. Als Ineke en Rob tien jaar later gaan scheiden, komt Rob bij de verdeling van de gelden en de boedel voor een onaangename verrassing te staan.
Het huis is inmiddels flink in waarde gestegen. Vanwege het vergoedingsrecht, dat ontstaat als de ene partner investeert in het gemeenschapsvermogen of het privévermogen van de andere partner, moet Rob een flink bedrag aan Ineke betalen. Ineke heeft niet alleen recht op het geïnvesteerde bedrag, maar ook op de waardestijging van hun woning. Voor Rob voelt dit heel onrechtvaardig omdat daarvoor ook nog eens gekeken wordt naar de waarde op het moment dat zij de woning hebben aangeschaft. De waarde van de woning is weliswaar flink gestegen, maar hiervan profiteert hij maar ten dele.
‘Afspraken na schenking onder uitsluitingsclausule’
Dit is het gevolg van de beleggingsleer die vanaf 1 januari 2012 van toepassing is. Ineke en Rob hebben de woning voor € 250.000,- aangekocht en volledig gefinancierd. Op het moment van aflossing was de waarde van de woning al gestegen naar € 400.000,- en op het moment van echtscheiding naar € 600.000. De waarde op het moment van aflossing speelt hier echter geen rol. Ineke heeft recht op een vergoedingsrecht van (€ 100.000,- / € 250.000,-) x € 600.000,- = € 240.000,-. Dit betekent dat bij verkoop van de woning er nog maar € 360.000,- over is om de restanthypotheek van
€ 150.000,- af te lossen en het restantbedrag van € 210.000,- tussen beiden te verdelen. Rob ontvangt in dit geval dus maar € 105.000,- terwijl Ineke € 345.000,- ontvangt.
Als Ineke en Rob hierover tijdens het huwelijk al hadden nagedacht en de afspraken hadden vastgelegd, was Rob deze verrassing bespaard gebleven.