Waar is het post-COVID-plan?

Wat betreft de huidige COVID-19 crisis denk ik op dit moment maar aan één ding: vaccineren, zo snel en goed mogelijk. We zien het einde van de tunnel naderen en dat is een prachtige opsteker.

Ondanks alles wat er fout is gegaan en nog steeds gaat, is het een prachtig bewijs van de waarde van wetenschap, wetenschappelijk onderzoek, het out-of-the-box-denken en het belang van het links laten liggen van de enorme bureaucratie. Ook het durven nemen van een financieel risico, door de Amerikanen met o.a. het project Warp Speed, heeft zijn waarde bewezen. Het (mRNA) vaccin was er anders niet (zo snel) gekomen.

In Europa, méér dan in de USA, zijn we getuige geweest van een bureaucratische mislukking, ‘Le Naufrage Bureaucratique’, zoals L’Express kopte. Het nijpend gebrek aan inhoudelijke kennis en praktische wijsheid bij de bestuursorganen en overheden speelde ons ook behoorlijk parten.

Die analyse lijkt me uiterst belangrijk voor de toekomst, hoewel ik vrees dat er niets mee gebeurt, omdat het opgepakt zou moeten worden door de zittende macht. En dat zijn vooral diegenen die leven van de bureaucratie (zoals ik eerder in 2017 voor de zorgsector beschreef) en die zullen zichzelf in stand willen houden.

‘Nijpend gebrek aan inhoudelijke kennis en praktische wijsheid bij bestuursorganen en overheden speelde ons behoorlijk parten in de COVID-crisis’

Maar het is toch verheugend te zien dat onze maatschappij zo flexibel en veerkrachtig is, er zo veel collectieve intelligentie is dat we tóch uit deze sanitaire crisis zullen gaan komen. Mede dankzij het feit dat de huisartsen in Nederland de eindigheid van het leven met de patiënten – inclusief hun wensen – bespreken, waardoor niet de meerderheid van de overleden COVID-patiënten in het ziekenhuis overlijdt.

En ik heb de idee, mede ingegeven door de hoop, dat er besef komt van te weinig aanwezige inhoudelijke kennis bij het ministerie van VWS met hun roep om een ‘Chief Medical Officer’ (CMO). Maar ik blijf enigszins bang dat we een nieuwe projectgroep met een stuurgroep en een klankbordgroep gaan oprichten om te evalueren of er een commissie moet komen die de samenstelling gaat bedenken voor een taakgroep die de behoefte aan managementlagen gaat bestuderen. Opdat we daar slagvaardig en slim mee aan de gang kunnen om meters te maken naar de stip aan de horizon, wetende dat we ook nog de consequenties van een sociale en economische crisis te doorlopen hebben.

Maar hoe zit het met de verdere plannen?

Allereerst valt er nog veel te analyseren. Hoeveel levensjaren zijn er daadwerkelijk ‘gered’ door alle maatregelen maar ook hoeveel doden zijn er gevallen door de genomen maatregelen. De nevenschade van alle maatregelen die uitsluitend op COVID-19 gericht waren, hebben bijvoorbeeld veel mensen het recht op goede zorg ontnomen, zorg waar ze tot maart 2020 op dachten te kunnen rekenen. En daarboven hebben de maatregelen op zichzelf voor een significant aantal mensen schade aan hun gezondheid, direct of indirect, veroorzaakt.

Ook de schade aan het gezondheidszorgsysteem en de gezondheidswerkers is groot en we zullen moeten investeren in het beperken van de schade bij het personeel, verpleegkundigen, artsen en paramedici en ondersteuners van de zorgwerkers. Een golf aan burn-out onder artsen en verpleegkundigen zou me niet verbazen. Een collega afdelingshoofd vertelde me recent hoezeer hij geschrokken is van de uitgesproken gedachten van 40-jarige stafleden, medisch specialisten, om ‘ermee te stoppen’ als gevolg van alle tegenwerking door bestuurders en bureaucraten.

Daarnaast dunkt het mij een goed idee een breed plan te ontwikkelen voor de post-COVID patiënten, met langetermijnklachten. Mij ontbreken de getallen van hoe groot het probleem is, maar het zal relevant zijn, is mijn inschatting kijkende naar de literatuur. We kunnen ook niet vroeg genoeg beginnen met het organiseren van een ‘inhaalprogramma’ voor alle non-COVID-patiënten die (te) lang hebben moeten wachten en Nederland-breed kijken hoe we dat het beste invullen. Zorginkoop-programma’s en de agenda van de zorgverzekeraars zouden daarbij moeten aansluiten en het niet moeten bemoeilijken. Maar wie heeft de regie? Misschien is dit al opgepakt, maar dan zouden we het graag allemaal weten.

‘Het inrichten van een test-samenleving is een onzinnig idee dat voortkomt uit een misplaatste drang alles te kunnen controleren, beheersen en voorkomen’

Daarnaast wordt er al uitgebreid gespeculeerd over de test-samenleving. Iedereen moet overal getest worden op COVID en bij een negatieve test mag je naar de bioscoop of in het restaurant of de voetbalwedstrijd. Een onzinnig idee, dat natuurlijk voortkomt uit de drang alles te kunnen controleren, beheersen en alle ziektes te kunnen voorkomen. COVID zal niet verdwijnen, maar zal proporties krijgen als een ernstige griep, mits er een goed vaccinatieprogramma loopt. We komen toch ook niet op het idee om een testsamenleving te hebben waarbij we rondlopen met een voortdurend geüpdatet testrapport waarin je status staat over HIV, hepatitis A, B en C, Influenza, rhinovirussen, gonorrhoe, syffilis, tbc én COVID-19 … en zo kan ik nog wel even doorgaan.

We kunnen nou eenmaal ziek worden en we gaan ook allemaal dood, ergens aan. Met goede maatregelen, inclusief vaccinatieprogramma’s gaan we dat voor sommige aandoeningen zo goed mogelijk voorkomen, maar uiteindelijk zullen alle dokters condolerend geneesheer zijn, zoals Fons Jansen ons al leerde. Het accepteren daarvan ligt aan de basis van het afwijzen van een absurd idee als test-samenleving. We moeten toch ook wat plezier hebben in het leven, nietwaar?

Delen