Als je niet schiet…

Terechte aandacht in de media voor het nieuws dat patiënten met lange wachttijden geconfronteerd worden voor behandeling in het ziekenhuis. En heel mooi dat de Nederlandse Zorgautoriteit niet alleen constateert dat die wachttijden er weer zijn, maar ook een plan van aanpak presenteert om er wat tegen te doen: betere informatievoorziening aan patiënten, actieve wachtlijstbemiddeling en betere registratie van wachttijden. En niet in de laatste plaats: doorverwijzing van patiënten naar zelfstandige behandelcentra of eerstelijns zorgaanbieders.

Op Twitter lees ik de voorspelbare reactie dat de teruggekeerde wachttijden het gevolg zijn van de marktwerking in de zorg. Maar degenen die dit stellen, deinzen er waarschijnlijk niet voor terug om die marktwerking de schuld te geven van zo ongeveer álles wat hen niet bevalt, zo nodig zelfs van het warme weer van de laatste dagen.

Hans Feenstra, bestuurder van het Martini Ziekenhuis in Groningen, raakt veel beter de kern als hij stelt dat er meer keuzes gemaakt moeten worden. “Ziekenhuiscapaciteit is dure capaciteit”, zegt hij. “Daarom moeten we kritisch kijken naar hoe we die capaciteit gebruiken.” Juist hierom is het zo essentieel dat de NZa zegt initiatieven voor verwijzing naar zelfstandige behandelcentra of naar eerstelijnszorg te willen gaan ondersteunen. En dat ze aanbieders oproept om te melden als sprake is van belemmering door de bekostiging.

Uit de ziekenhuizen zullen die meldingen niet snel komen. Zij verliezen immers omzet als zorg wordt omgebogen naar andere sectoren. Het zijn vooral die zelfstandige behandelcentra en eerstelijns zorgaanbieders die in deze discussie nu hun stem moeten laten horen. Dé manier om te waarborgen dat het geld de zorg gaat volgen. De NZa legt de bal voor het doel.

Delen