Als je zelf het slechte nieuws bent

1 november was ik bij de bijeenkomst ‘Dealen met fouten in een glazen huis: als je zelf het slechte nieuws bent’ van VvAA. Een medisch specialist vertelde over haar eigen ervaringen rondom een fout. Over haar eigen gevoelens en gedrag, over hoe ze omgegaan is met de desbetreffende patiënt. Ze vertelde dit op zo’n eerlijke en kwetsbare manier dat het doodstil was in de ruimte. Iedereen leek zijn adem in te houden en was geraakt door haar verhaal. Want hoe vaak wordt er openlijk over een fout gepraat in de medische wereld?

Ineens kwam er ook iets in mij naar boven waar ik lang niet aan gedacht had, een onbehaaglijk gevoel, een schaamtevolle herinnering. Ook ik heb een fout gemaakt.

Ik zie mezelf weer zitten achter de computer in de artsenkamer. Consciëntieus als ik altijd ben, bezig met het voorbereiden van mijn poli. De meeste mensen krijgen na een polibezoek afspraken voor aanvullend onderzoek. Dit aanvullend onderzoek vindt ergens voor het volgende bezoek plaats. Nietsvermoedend open ik de röntgenfoto’s van een van mijn patiënten van die week. Ik schrik me rot. Op de foto die net na het vorige bezoek gemaakt is, zie ik een grote ronde witte vlek. Waarom zie ik dit nu pas? Hoe kan deze toevalsbevinding, die niets te maken heeft met de symptomen van mijn patiënt, door mijn vingers geglipt zijn? Een paniekerig gevoel overvalt mij! Fysiek gebeurt er van alles. Ik krijg het warm en koud tegelijkertijd, krijg hartkloppingen. Tientallen gedachten schieten door mijn hoofd variërend van ‘zie je wel, ik ben een slechte dokter’ tot ‘wat zijn de gevolgen voor mijn patiënt en hoe ga ik dit vertellen?’

‘Zie je wel, ik ben een slechte dokter’

Wat ik als eerste doe is mijn hart luchten bij twee andere AIOS en een van de specialisten die even later de artsenkamer binnen komt lopen. Dat maakt de paniek al iets minder. Mijn collega’s schrikken ervan, dit had hen ook kunnen gebeuren. De oudere specialist vertelt wat hij, door schade en schande wijs geworden, doet om dit te voorkomen.

Als mijn emoties gezakt zijn bedenk ik wat ik moet doen voor mijn patiënt: de uitslag vertellen, uitleggen hoe het kan dat ik dit nu pas zie, heel belangrijk: mijn excuses aanbieden. En natuurlijk ook vervolgonderzoek afspreken. Omdat ik alles zo snel mogelijk in gang wil zetten, om zo niet nog meer tijd te verliezen, bel ik mijn patiënt op. Ongeloof, boosheid en angst aan de andere kant van de lijn, aan mijn kant schaamte, schuldgevoel en excuses. De volgende dagen spookt het verhaal continu door mijn hoofd, ik kan me slecht concentreren, slaap slecht, lig te piekeren, twijfel over mijn functioneren als arts, zie als een berg tegen mijn poli op. Ik bel ook nog degene die de foto heeft verslagen. Hoe kan het dat ik niet gewaarschuwd ben? Ook hij schrikt zich rot. Hij ging er van uit dat ik de foto zelf wel direct zou bekijken, de afwijking was immers niet te missen. Voortaan zullen de afwijkende uitslagen wel direct doorgebeld worden aan de aanvragende arts.

Als mijn patiënt enkele dagen later in mijn spreekkamer op bezoek is, praten we opnieuw over wat er gebeurd is en wat de consequenties zijn van deze bevinding. Ik ben bang voor boosheid, maar er is eerder opluchting dat dit op tijd gevonden is. Gelukkig laat het aanvullend onderzoek ook een vergelijkbaar beeld zien van de toevalsbevinding. We zijn er op tijd bij.

Wat heb ik hier nu van geleerd? Ten eerste dat het heel belangrijk was voor mij om eerlijk uit te komen voor mijn fout, mijn excuses aan bieden, dat dit de-escalerend werkte. Ten tweede dat het heel fijn was om terecht te kunnen bij mijn collega’s (mijn ‘peers’), om stoom af te blazen en te horen dat ik niet de enige ben die zoiets overkomt. Dat fouten maken menselijk is, ook in het artsen vak waar fouten grote gevolgen kunnen hebben. Ten derde dat ik mijn fout (mijn gedrag) los moest zien van mijzelf als persoon (mijn identiteit). Dat ik zelf niet de fout was, maar een goed mens die een fout gemaakthad. Met andere woorden: het belang van openheid, peersupport en zelfcompassie. En op praktisch vlak: ik vraag mijn patiënten nu om ofwel op de dag van het poli bezoek een röntgenfoto te laten maken, die bekijk ik dan direct, of pas op de dag van het volgende bezoek. Niet een keer op een willekeurig tijdstip tussendoor.

Delen