Alternatieve dierenarts
Ik ben een hondenmens. Thuis hadden we al een hond en toen ik later ruimte genoeg had in een eigen huis, waren er ook altijd honden. Meestal twee tegelijk. In de tussenliggende periode, toen ik op een kleine etage woonde, had ik geen plaats voor een hond en dus kwamen er twee katten: Jacobse en Van Es. Eigenlijk waren het surrogaathonden, maar ik geloof niet dat ze daar zelf veel last van hadden. Ze werden stokoud. Het feit dat ze op hoge leeftijd nog geconfronteerd werden met twee echte honden in huis, deed daar niets aan af.
Wie zich omringt met dieren en er goed voor zorgt, komt geregeld bij een dierenarts. In mijn geval kwam ik (gelukkig) lange tijd vaker met een van de beesten bij de dierenarts dan met mezelf bij een mensendokter. Qua honden heb ik namelijk een slechte hand van kiezen. Blijf altijd hangen aan zwak, ziek en zielig. Werden de katten vanzelf oud, de honden mankeerden altijd wat. De een had epilepsie, de ander een gevoelig spijsverteringsstelsel en weer een ander een onbehandelbaar huidprobleem. U begrijpt dat ik een warme band had met de dierenarts uit de stad waarin we lange tijd woonden.
Die band werd verbroken toen deze dierenarts voorstelde om de hond met het huidprobleem homeopathische druppels voor te schrijven. “Baat het niet, dan schaadt het niet”, zei hij. Maar daarmee was hij aan het verkeerde adres. Ik ben namelijk uitgesproken antikwak en hou mij verre van niet-reguliere behandelingen. Ook als het over dieren gaat. En dus kom ik met onze mislukte Duitse dog niet bij bovengenoemde dierenarts en heb ik de dierenarts in het dorp waar we nu wonen, verteld dat ‘wij’ van de evidence based diergeneeskunde zijn. Hij heeft het ter kennisgeving aangenomen en tot nu toe geen korrels of klankschaaltherapie voorgeschreven.