Angst
Ik ben bang voor de tandarts. Alles wat er in mijn mond gebeurt, doet min of meer pijn, terwijl ik toch een uitstekend gebit heb en, afgezien van enkele gaatjes in mijn jeugd, nooit iets heb hoeven laten repareren. Het is heel goed dat ik als ouder wel jarenlang met de kinderen richting tandarts moest, want als het alleen voor mijzelf was geweest, had ik vast en zeker uit- en tenslotte afstellend gedrag vertoond.
Gelukkig heeft ‘onze’ tandartsenpraktijk de beschikking over een lieve kindertandarts bij wie ik – de 50 inmiddels gepasseerd – nog steeds patiënt ben. Officieel dan, want deze tandarts was op een gegeven moment lange tijd uit de running en toen moest ik naar een collega. Ook een vriendelijke tandarts trouwens. Niettemin sloeg de angst weer toe. En ik weet niet hoe het bij u is, maar als ik bang of gespannen ben, heb ik de neiging overal over in discussie te gaan.
Als ik bang of gespannen ben, heb ik de neiging overal over in discussie te gaan
Onlangs was ik met onze jongste dochter bij de tandarts. We werden tegelijkertijd door een onbekende (o, jee) assistente geroepen en dochterlief werd direct linksaf de fotoruimte mee ingenomen, terwijl ik rechtsaf richting tandarts ‘mocht’. “Waar gaat u met mijn kind heen?”, vroeg ik, in deze situatie een totaal irrelevante aanleiding ziend om mijn gang richting de stoel uit te stellen. “Een foto maken”, antwoordde de assistente. “Volgens mij is de juiste volgorde dat u mij vertelt wat u voorstelt en het pas na mijn toestemming gaat uitvoeren”, zei ik enigszins geagiteerd. “Maar dit is efficiënter”, prevelde de jonge assistente geschrokken, waarop ik – inmiddels de wanhoop nabij – op hoge toon meldde dat ík daar niets mee te maken had.
De lieve tandarts moest me vervolgens voorzichtig de stoel inpraten, waarna ik me overgaf aan het onvermijdelijke. Achteraf maakte ik mijn excuses tegen de assistente. “Ik ben normaal best aardig”, sloot ik timide mijn betoog af, maar het was duidelijk dat ze me niet geloofde. Eenmaal buiten kreeg ik natuurlijk op mijn donder van de puberdochter: “Ik ga voortaan alleen hoor; niet normaal zoals jij je daar gedraagt.”
Gelijk had ze. Gelukkig duurt het nog een jaar voordat ik weer moet.