Beheersbare onrust
Het is een leuk gedachtenexperiment van Geert de Kousemaeker, directeur van fluent, in zijn blog op Skipr: stel dat zorgverzekeraars nog maar maximaal drie keer een jaarcontract mogen aanbieden aan zorgaanbieders, en dat ze daarna een contract voor onbepaalde termijn moeten aangaan. “Zou de zorg dan niet een heel ander toekomstperspectief krijgen?” vraagt hij zich af.
Dat denk ik zeker, het is alleen de vraag of het het toekomstperspectief is waarop we op dit moment zitten te wachten. De substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn heeft nog lang niet zijn eindfase bereikt. Wil je dan als zorgverzekeraar contracten voor onbepaalde termijn met alle nu bestaande ziekenhuizen? De veranderingen in het ziekenhuislandschap van de afgelopen jaren hebben ons geleerd dat het voortbestaan van ziekenhuizen geen vanzelfsprekendheid is.
Het is in het huidige veld al een uitdaging om tot meerjarencontracten met ziekenhuizen te komen. De oproep hiertoe van Yvonne van Rooy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, is begrijpelijk en vindt ook wel een gewillig oor bij zorgverzekeraars, maar zorgverzekeraars zullen er wel altijd clausules aan verbinden. Die kunnen gebaseerd zijn op continuïteit van zorg, zoals de afspraken die Zilveren Kruis Achmea voor borstkankerzorg en staaroperaties heeft gemaakt met negen ziekenhuizen. Maar ze kunnen ook juist gericht zijn op gefaseerde discontinuïteit. Ziekenhuizen verliezen functies als die verschuiven naar de eerste lijn, of als ze er niet meer voor gecontracteerd worden omdat andere ziekenhuizen er beter in zijn. Een meerjarencontract kan dan helpen om zo’n ziekenhuis gefaseerd te laten krimpen zonder dat het omvalt.
In het laatste geval bieden meerjarencontracten echter geen rust, zoals ziekenhuisbestuurders vaak zeggen te wensen. Ze helpen alleen om de onrust beheersbaar te maken.