Belonen, niet straffen

Werkgevers zijn gebaat bij gezonde werknemers die er geen leefstijl op nahouden die het risico op uitval wegens ziekte verhoogt. Toch hebben ze niet het recht om mensen een bepaalde leefstijl op te leggen of te verbieden. Gelukkig maar. Wat ze wel kunnen doen, is werknemers gezondheidsprogramma’s aanbieden en hopen dat dit hun leefstijl in gunstige zin beïnvloedt. Dat blijkt te werken. Zes op de tien werknemers gaan daadwerkelijk aan de slag met (online) gezondheidsprogramma’s die hen inzicht geven in hun gezondheidsrisico’s en die advies op maat bieden. De toevoeging (online) is hierbij van belang. Zulke programma’s online aanbieden legt niet alleen de verantwoordelijkheid bij de werknemer zelf, maar maakt het ook persoonlijk voor hem en onzichtbaar voor de werkgever. Het is iets wat de werknemer in zijn eigen, met wachtwoord beveiligde, omgeving kan doen.

Toch kan de werkgever er ook wat mee. Korting bieden op het lidmaatschap van een sportschool bijvoorbeeld. Of – als het een grote werkgever is – zelf sportfaciliteiten beschikbaar stellen. Ook kan de werkgever gezonde lunches aanbieden en bij een feestgelegenheid gezonde hapjes in plaats van bitterballen.

Wel is het zaak voor de werkgever om aan de goede zijde van de streep te blijven. Gezond gedrag stimuleren is goed, ongezond gedrag afstraffen wordt al snel als ongewenste bemoeizucht ervaren. Shell merkte dit bijvoorbeeld toen het op een van zijn locaties de kroket van het menu wilde halen. De actie ‘red de kroket’ liet niet lang op zich wachten, en was succesvol. De kroket staat nog steeds op het menu.

Delen