Bevalt het?

Een interessante observatie van een verloskundige die ik gisteren interviewde: bij concentratie van de afdelingen verloskunde in een beperkter aantal ziekenhuizen zullen meer vrouwen worden ingeleid. Op het eerste gezicht misschien een rare gevolgtrekking, maar bij nadere beschouwing toch logisch. Bij een tweede of volgend kind komt het regelmatig voor dat veel sneller ontsluiting optreedt dan bij de eerste bevalling. Wil zo’n vrouw in het ziekenhuis bevallen en ligt het dichtstbijzijnde ziekenhuis door concentratie van afdelingen verloskunde verder weg, dan zal zij zich dus bij de eerste weeën direct naar het ziekenhuis spoeden om zeker te weten dat ze er op tijd is. Maar wat nu als het slechts oefenweeën zijn en de feitelijke bevalling toch nog niet inzet?

Moet die vrouw dan in het ziekenhuisbed blijven liggen totdat de bevalling zich wel echt aandient? Dat is een dure oplossing. De vrouw maar weer naar huis sturen dan? Waarschijnlijk zal zij dan bij de volgende weeën de situatie wat langer aanzien. Misschien wel té lang. Met als mogelijk gevolg dat de bevalling – volkomen onvoorbereid – toch thuis moet plaatsvinden, of dat de vrouw al halverwege de rit naar het ziekenhuis bevalt.

De vrouw naar huis sturen na die oefenweeën is dus toch niet zo slim. Wat dan? Inleiden, inderdaad. De bevalling op gang brengen, zodat de vrouw met kind en al weer zo snel (en kosteneffectief) mogelijk dat ziekenhuisbed uit en naar huis kan. Een weinig elegante oplossing, en bovendien geeft inleiden een verhoogde kans op complicaties. Echt eenvoudig is de discussie over spreiding en concentratie van medisch-specialistische functies dus niet.

Delen