Bonnetjesaffaire
Jos de Beer, directeur van de NVZD vereniging van bestuurders in de zorg, stelt in een blog op Skipr dat geen enkele zorgbestuurder zich keert tegen transparantie. Hoe dit te rijmen valt met zijn standpunt over bonnetjes legt hij helaas niet uit. Over die bonnetjes moet maar niemand zeuren, vindt hij. Het doet er niet toe hoeveel dat glas wijn kost. Niemand hoeft te controleren of die autorit goedkoper had gekund. En we moeten gewoon maar geloven dat dat congres over de grens echt niet gemist kon worden.
De Beer is boos, zo veel is duidelijk. Verantwoording afleggen over de inhoud van het werk prima. Maar verantwoording afleggen over de vraag of de onkosten die een bestuurder maakt om dat werk te doen, dat gaat te ver. Zover moet het niet komen vindt hij, gekker moet het niet worden.
Heeft De Beer een punt? Nee, naar mijn mening niet. We hadden misschien meer coulance met zijn stelling kunnen hebben als de NVZD een ander standpunt had gehanteerd in de discussie over de Wet Normering Topinkomens. Maar ze heeft toch echt het verkeerde signaal afgegeven in een kort geding te eisen dat die wet niet op zorgbestuurders van toepassing zou zijn. De rechtbank in Den Haag besliste gelukkig dat dit standpunt van de NVZD niet verdedigbaar was, maar in de publieke opinie was het kwaad toen al geschied. En dan nu stellen dat je het belachelijk vindt dat je verantwoording moet afleggen over de onkosten die je in het kader van je werk maakt? Dat is niet slim. Dat de discussie over het onderwerp zelfs de Tweede Kamer bereikte snap ik dan ook wel. Bij publiek geld hoort publieke verantwoording.