Bottleneck

De Autoriteit Consument & Markt onderzoekt dit jaar of de zorgverzekeraars zich wel voldoende van elkaar onderscheiden. Dit onderscheid is nodig om de verzekerden daadwerkelijk iets te kiezen te geven. “We denken dat daarin nog wel wat te verbeteren is”, stelt Chris Fonteijn, bestuursvoorzitter ACM in de tussenrapportage die zojuist verscheen.

Dat is beslist waar, maar er is wel iets heel essentieels dat het in de weg staat, zoals de ACM ook zelf in zijn tussenrapportage opmerkt: ons stelsel is gebaseerd op solidariteit tussen gezonde en zieke mensen en daarom is de basisverzekering verplicht én gelijk voor iedereen. De ACM erkent dat dit de zorgverzekeraars beperkt om zich te onderscheiden, en stelt voorts dat de politieke en maatschappelijke druk die op hen wordt uitgeoefend om geen onderscheid te maken tussen verzekerden dit alleen nog maar versterkt. Toch is ze van mening dat er ook ondanks deze beperkingen nog ruimte voor de zorgverzekeraars blijft om zich te onderscheiden, onder andere op het aanbod van zorg. Deels gebeurt dit ook. Zilveren Kruis bijvoorbeeld spoort in het verlengde van het onlangs afgeronde programma Kwaliteit van zorg zorgaanbieders aan tot een opwaartse kwaliteitsspiraal, zodat de kwaliteit van het totale zorgaanbod beter wordt. Andere zorgverzekeraars zetten juist meer in op selectieve zorginkoop en sluiten dus bepaalde zorgaanbieders uit.

Het punt is alleen dat beide routes vragen om inzicht in de kwaliteit van het zorgaanbod. Vorige week wierp Wim Schellekens via Twitter de vraag op: “Hoe moet de zorgverzekeraar op kwaliteit inkopen als kwaliteitsinfo uit de sector zelf nog steeds niet valide, betrouwbaar en vergelijkbaar is?” Deze beperking remt inderdaad het proces en daarmee ook de ruimte voor zorgverzekeraars om zich van elkaar te onderscheiden. De bottleneck zit veel meer bij de zorgaanbieders dan bij de zorgverzekeraars.

Delen