Cowboys en indianen

Met de opmerking van Huub Schellekens dat cowboys de farmacie een slechte naam geven, kun je het alleen maar eens zijn. En een bedrijf dat er op slinkse wijze in slaagt om de prijs van een geneesmiddel te laten oplopen van 28 cent naar 140 euro per pil verdient inderdaad de kwalificatie cowboy. Het is terecht een dergelijke handelwijze aan de kaak te stellen.

Maar betekent dit automatisch dat het zin heeft tot een initiatief als de stichting Farma ter Verantwoording te komen, of uit naam van deze stichting aan de Autoriteit Consument & Markt te vragen een oordeel te geven over dat geneesmiddel dat in tien jaar tijd zonder goede reden vijfhonderd keer zo duur is geworden? Is dit wat het ‘aanpakken’ van een farmaceutisch bedrijf inhoudt dat een te hoge geneesmiddelprijs vraagt?

Het initiatief zal ieders sympathie hebben, de mijne heeft het ook. Maar als dit de reikwijdte is van wat ‘aanpakken’ inhoudt, denk ik niet dat het betreffende farmaceutische bedrijf zich heel erg druk maakt. Als de ACM de handschoen oppakt en tot de conclusie komt “Ja, wij vinden het inderdaad ook wel erg duur”, gebéúrt er dan vervolgens ook iets waardoor de fabrikant – laat staan het cowboy-deel van de farmaceutische industrie – zich daadwerkelijk aangepakt voelt? De meest voor de hand liggende reactie van de betreffende cowboy zal waarschijnlijk zijn: “Dan stellen we het toch niet meer beschikbaar voor die 55 patiënten in Nederland die het nodig hebben”. Immoreel gedrag, zeker. Maar echte cowboys nemen het niet zo nauw. Vraag maar aan de indianen.

Delen