Creatieve destructie

Vraag aan mensen wat ze precies doen in hun werk en op gezette tijden krijg je na enig gedraai het antwoord: “Eigenlijk zit ik mezelf dus overbodig te maken.” Meestal wordt dit dan gevolgd door: “Maar ik neem er mijn tijd voor hoor.” Altijd goed voor een lach.

De kno-artsen van het Flevoziekenhuis maken hier geen grapjes over, zij zijn er heel serieus in. Ze leggen zich toe op gepaste zorg en daarom knippen ze minder amandelen en plaatsen ze minder trommelvliesbuisjes dan gemiddeld in ons land op kno-afdelingen gebeurt. En ze scholen huisartsen, zodat die minder hoeven door te verwijzen. Het logische gevolg is dat ze zichzelf overbodig maken. Een klein beetje toch: één van de kno-artsen is al vertrokken en wordt niet vervangen. Hiermee geven ze gehoor aan de opdracht van het ziekenhuisbestuur: breng de productie in lijn met de formatie of de formatie in lijn met de productie.

In het artikel dat Zorgvisie over dit onderwerp schrijft vraagt NVZ-bestuurslid John Taks zich af: “Welk ziekenhuis gaat vrijwillig over tot zelfdestructie?” Dit is de verkeerde vraag, want met het stellen hiervan gaat Taks uit van het belang van het ziekenhuis zelf. Een ziekenhuis bestaat niet om zijn eigen continuïteit te waarborgen, maar om de zorg te leveren die patiënten nodig hebben. Daalt de behoefte aan zorg binnen een bepaalde discipline – door nieuwe kwaliteitsinzichten of de ontwikkeling van alternatieven – dan mag omzetbehoud van die discipline geen doelstelling zijn. Dan gaat het er dus niet om de productie in lijn te brengen met de formatie, maar de formatie in lijn te brengen met de productie. Het is de enige logische beslissing.

Delen