Cultuur van disrespect?

Kevin Pho is huisarts in New Hampshire, geboren in New Jersey en opgeleid aan Boston University. In 2004 startte hij zijn website KevinMD, intussen uitgegroeid tot een van Amerika’s meest invloedrijke platforms voor artsen en andere medische professionals die hun licht laten schijnen over zorgkwesties.

De bijdragen op KevinMD komen vaak van mensen die ook elders publiceren, met eigen websites of social media platforms, en vormen zo tezamen een compleet universum van commentaren, analyses en opinies van vaak hoog niveau. Natuurlijk wordt er ook door Amerikaanse dokters veel geklaagd over van alles en nog wat, soms terecht en soms minder terecht. Maar veel bijdragen op KevinMD vallen juist op door een positieve, constructieve  grondhouding; door een gematigde tone-of-voice; door soms humor en zelfrelativering; en door afwezigheid van zowel professionele zelfingenomenheid en gewichtigdoenerij, als van gevoelens van cynisme en miskend-zijn.

Vorige week stond er op KevinMD een bijdrage die wél behoorlijk extreem was. Onder de kop ‘A culture of contempt has led to medicine’s downfall’, publiceerde arts en schrijver Luis Collar een – zoals hij zelf toegeeft – soms wat ongestructureerde klaagzang over de teloorgang van het maatschappelijke respect voor artsen.

Veel van wat Collar schrijft, lijkt overdreven. Een deel ook is hooguit relevant binnen de verhoudingen in de VS, waar patiënten veel meer dan in Europa te maken hebben met hoge out-of-pocket-betalingen direct aan medische professionals. Maar Collars betoog telt ook onderdelen die wél algemeen-relevant zijn, en die tot nadenken stemmen.

Rode draad is dat de artsenprofessie bezig is alle controle te verliezen over het eigen publieke imago. Dit komt door ontwikkelingen die weliswaar niet allemaal nieuw zijn, maar die momenteel wél dramatisch accelereren. Met als resultaat dat burgers steeds minder oog hebben voor de waarde en betekenis van professionele medische expertise.

Anders dan in andere beroepen en branches normaal is, wordt datgene wat klanten van hun dokter denken maar voor een heel klein, ‘almost insignificant’ deel bepaald in een context van direct persoonlijk contact. Die paar minuten in de spreek- of behandelkamer vallen in het niet bij wat een patiënt daarbuiten ervaart, ook op het punt van de eigen ziekte en gezondheid, in contact met familie, vrienden, collega’s en andere leken. Die hebben tegenwoordig allemaal hun eigen, zeer uitgesproken verhaal over, en bijbehorende visie op, medische aangelegenheden. En die paar minuten vallen nog eens éxtra in het niet bij wat een burger/patiënt allemaal te horen en te lezen krijgt van de kant van allerlei andere spelers in en rond die complexe moloch die de gezondheidszorg tegenwoordig is. Zoals verzekeraars, de overheid, de politiek, de media, de farma-industrie…

“In no other industry are there so many parties disrupting the relationship between a profession and those that seek its guidance”, schrijft Luis Collar. In iedere bedrijfstak geldt dat een strak gecontroleerde marketing-boodschap essentieel is voor het succes van een onderneming. Maar de reputatie van het beroep van arts “is primarily controlled by external forces and is increasingly drowned out by industry ‘noise’.” Met daarom deze waarschuwing voor alle collega’s: “Your image is bad and only getting worse.”

Dit laatste valt in Nederland tot nu toe erg mee. En ook elders in West-Europa blijkt uit  enquêtes nog steeds een hoog niveau van maatschappelijk respect voor medische professionals. Maar niets is eeuwig, en het moet gezegd: er komen intussen steeds meer factoren in het spel, die de hoge status die vooral artsen traditioneel genieten, serieus kunnen gaan ondermijnen.

Delen