Bescheiden geweten van Amerika
De in Ethiopië geboren dokter Abraham Verghese werd in de VS niet alleen beroemd als vooraanstaand hoogleraar en gedreven pleitbezorger van bedside medicine, maar ook als schrijver van vier bestsellers. Van zijn nieuwste roman verscheen afgelopen februari de Nederlandse vertaling.
Op mijn zevenendertigste was ik volwaardig hoogleraar, bij een wat mindere medische opleiding, zonder verder nog méér ambitie te hebben.’ Dit schreef Abraham Verghese in 1998, in zijn tweede boek met persoonlijke herinneringen. Zesentwintig jaar later is hij de auteur van vier bestsellers. Is hij hoogleraar aan Stanford University in Californië, een van Amerika’s meest prestigieuze instellingen voor hoger onderwijs. En is hij de trotse ontvanger, in 2015, van een hoge culturele onderscheiding uit handen van president Barack Obama.
Die wat mindere medische opleiding, waar Verghese van 1991 tot 2002 doceerde en praktiseerde, was die van een universiteitsziekenhuis in El Paso in Texas, direct aan de Rio Grande en de grens met Mexico. Zijn route hiernaartoe ging over drie continenten. Verghese werd geboren in 1955 in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië, als zoon van een leraar en lerares natuurkunde die waren geïmmigreerd vanuit Kerala, een deelstaat in Zuidwest-India. Zoals veel Keralezen hoorden Vergheses ouders bij een christelijke kerkgemeenschap die teruggaat tot een bezoek dat de apostel Thomas na Christus’ dood aan India zou hebben gebracht.
Bluesrockband
De jonge Abraham Verghese groeide op in relatieve welvaart, in een gezin dat openstond voor Westerse cultuur. In zijn eerste jaar als student geneeskunde in Addis Abeba speelde hij basgitaar in een bluesrockband, vooral ‘om aandacht van de meisjes te trekken’. Maar dit zorgeloze bestaan kwam in 1975 abrupt ten einde, na een marxistische staatsgreep en een golf van moorddadig overheidsgeweld waar speciaal ook Aziatische burgers doelwit van waren. Anders dan veel Indiërs die uitweken naar Engeland, kozen de Vergheses voor de Verenigde Staten, waar Abraham een jaar lang orderly was in ziekenhuizen en verpleeghuizen in New Jersey. Die ervaring sterkte hem in zijn ambitie om arts te worden, en hij zette zijn medische opleiding voort in India, aan de Universiteit van Madras.
Het was ook in Madras dat hij zijn eerste vrouw Rajani ontmoette. Als basisarts keerde hij in 1979 samen met haar terug naar de VS, op zoek naar een positie als aios.
Die positie als aios vond hij in Johnson City in Tennessee, in het lokale universiteitsziekenhuis, als aankomend internist. Na twee jaar onderbreking in Boston, waar hij zich verder specialiseerde in infectieziekten, was hij in 1985 weer terug in Johnson City, nu als assistent professor. Zes jaar lang zou Verghese hier blijven, totdat hij in 1991 ineens zijn opgebouwde pensioenrechten verzilverde, zijn vaste baan opgaf en als arts ging werken in Iowa City.
Schrijverscarrière
Aan de universiteit in Iowa City volgde hij een schrijversopleiding, wat hem de graad van master of fine arts opleverde. Vanaf dan is Abraham Verghese arts én auteur. In 1995 verscheen zijn eerste boek, My Own Country, over die zes jaren in Johnson City. Deels was dit een portret van een kleinere stad in het heuvelland van Oost-Tennessee, een regio met een reputatie van achterlijkheid, bewoond door laagopgeleide hillbillies die je als vreemdeling-van-kleur beter mijdt.
Maar dit was niet de ervaring van Abraham Verghese. Hij is juist overwegend positief over de mensen in Tennessee, die hij vooral leert kennen als vriendelijk, behulpzaam en recht-door-zee. Dit beeld blijft grotendeels ook overeind als – het is tweede helft jaren tachtig – vanuit grote steden als New York City en San Francisco de epidemie die aids heet nu ook provincieplaatsen als Johnson City gaat bereiken.
Aids is dan nog een onbehandelbare, terminale aandoening, en op de schouders van Verghese, de enige lokale specialist infectieziekten, belandt de zware taak om een almaar groeiend aantal doodzieke mannen zo goed mogelijk te begeleiden zonder hoop op genezing. Het enige lichtpunt in deze tragische periode is dat de vrees voor een plaatselijke golf van homofobie voor in elk geval een deel onbewaarheid blijft.
Drie miljoen per jaar
Maar er is nóg een hoofdthema in My Own Country, dat van dit eerste boek van Abraham Verghese ook nu nog steeds de beste bron van inzicht maakt in wie hij is, en wat hem drijft. ‘Hoe zou het zijn’, schreef Verghese, ‘als ik een cardiothoracaal chirurg was, en drie miljoen per jaar verdiende? Als ik een radioloog was, dus iedere namiddag op de country club stond? Of een patholoog, die alleen maar naar afgenomen weefsel staart en nooit een complete patiënt ziet, of een oftalmoloog, die alleen maar in ogen geïnteresseerd is?’
Dat hij zelf al vroeg een andere keus maakte, voor een weinig lucratief specialisme (én voor relatief slecht betalende overheidsziekenhuizen), is iets waar hij geen spijt van heeft. Interne geneeskunde was, en is nog steeds, voor Abraham Verghese de heilige graal van het artsenberoep. Financiële jaloezie voelt hij niet. Maar wat hem wél dwarszit, is hoe professioneel geïsoleerd, en met hoe weinig status en collegiaal respect, hij zijn vak moet uitoefenen, in een systeem dat procedures (verrichtingen) veel hoger waardeert dan diagnose en beschouwing, dat ‘dokters genereus beloont voor dóen, maar niet voor dénken’.
Interne geneeskunde was, en is nog steeds, voor Abraham Verghese de heilige graal van het artsenberoep
Zelf gelooft hij heilig in bedside medicine. In serieus persoonlijk contact met patiënten, als een Sherlock Holmes op zoek gaan naar wat er loos is, met inzet van alle zintuigen. Door te kijken, te voelen, vaak ook te ruiken; een grondig uitgevoerde physical is waar alles mee begint. Maar net zo belangrijk is luisteren: naar de history van een patiënt.
Tennisbaan
Ook My Own Country staat vol met patiëntgeschiedenissen, afgewisseld met Vergheses bespiegelingen over zijn eigen rol als arts. Zijn tweede boek, The Tennis Partner, verscheen in 1998 en gaat over zijn jaren in El Paso. Ook dit was voor Verghese geen gemakkelijke periode. Zijn huwelijk liep definitief stuk en zijn leven bestond verder alleen nog maar uit werken, én uit zo veel mogelijk op de tennisbaan staan. Altijd proberend zijn spel te verbeteren, ter psychologische compensatie – beseft hij zelf maar al te goed – voor wat hem aan conventioneel levensgeluk blijft ontglippen.
De partner uit de titel van dit tweede boek – Vergheses enige echte vriend in El Paso – is een jongere arts met een professioneel tennisverleden die nog veel meer dan hijzelf met zichzelf in de knoop zit. Dit maakt het verhaal er niet vrolijker op en er is ook geen happy end. Toch kan dit niet verhinderen dat ook The Tennis Partner, net als Vergheses eerste boek, wegleest als een (goede) roman, pakkend en levendig geschreven, met veel directe dialoog. Zodat het niet echt hoefde te verrassen dat hij in 2009, met zijn derde boek, de stap zette naar authentieke fictie.
Cutting for Stone is het verhaal van een tweeling die in 1954 in Addis Abeba werd geboren uit een Engelse vader en een Indiase moeder. Het is een indringend portret van Ethiopië in de tweede helft van de vorige eeuw, een vaak duister verhaal van geweld en terreur. Veel personages zijn artsen, te beginnen met de Engelse vader, die chirurg is. Niemand minder dan de Amerikaanse schrijver John Irving liet weten dat hij nooit eerder een roman las waarin het praktiseren van geneeskunde zó natuurlijk het narratieve proces inhoud geeft.
Niemand minder dan de Amerikaanse schrijver John Irving liet weten dat hij nooit eerder een roman las waarin het praktiseren van geneeskunde zó natuurlijk het narratieve proces inhoud geeft
Het succes van Cutting for Stone (Nederlandse titel: De heelmeesters), betekende niet dat Abraham Verghese stopte met geneeskunde. Met zijn eerste twee boeken had hij de reputatie opgebouwd van een overtuigend pleitbezorger van bedside medicine en van het belang van een persoonlijke arts-patiëntrelatie. In 2002 ruilde hij El Paso in voor San Antonio als oprichter van een nieuw opleidingsinstituut, verbonden aan de University of Texas, met als missie het stimuleren van empathie en sensitiviteit bij artsen.
In het Witte Huis
In 2007 maakte hij zijn tot nu toe laatste transfer, naar Stanford in Californië, als onder meer hoogleraar in The Theory and Practice of Medicine. Ook daar is hij tot aan de dag van vandaag een onverminderd pleitbezorger van bedside medicine, van geneeskunde als – deels letterlijk ook – hándwerk, zich er terdege van bewust dat hij zich hiermee blootstelde aan kritiek met als strekking dat zijn visie intussen was achterhaald door de voortuitgang in medische technologie.
Anno 2024 is Abraham Verghese zeker geen tegenstander van de toepassing van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie bij het stellen van diagnoses. Maar hij blijft ook waarschuwen. Tegen het gevaar van, in zijn eigen woorden, de iPatient, die geen mens meer is van vlees en bloed met een eigen persoonlijkheid, maar alleen nog maar een verzameling data die je als arts niet bestudeert aan het bed, maar van achter een beeldscherm. En tegen een klakkeloos vertrouwen in elektronische patiëntendossiers, waar veel te vaak fouten en lacunes in zitten met mogelijk fatale gevolgen, en die geen substituut mogen zijn voor direct arts-patiëntcontact.
In 2015 was Abraham Verghese een van de ontvangers van de National Humanities Medal, in het Witte Huis in Washington uitgereikt door president Barack Obama. Hij kreeg die voor zowel zijn medische als zijn literaire verdiensten, ‘from his efforts to emphasize empathy in medicine to his imaginative renderings of the human drama’.
Pas in mei vorig jaar verscheen opnieuw een roman van zijn hand, veertien jaar na zijn eerste. Waar Cutting for Stone zich afspeelt in Vergheses eigen geboorteland Ethiopië, is The Covenant of Water gesitueerd in Kerala, waar zijn ouders vandaan kwamen. Afgelopen maand verscheen bij Meulenhoff de Nederlandse vertaling, Het verbond van het water, een forse 688 pagina’s dik. Het is het verhaal van drie opeenvolgende generaties van een Indiase, christelijke familie, in het eerste driekwart van de vorige eeuw. Met, ook nu weer, veel medische personages en verwikkelingen.