CZ heeft bijgeleerd
Het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis weet hoe het moet. Al een uur na de bekendmaking door zorgverzekeraar CZ dat het de contractering met tien ziekenhuizen voor blaasverwijdering beëindigt, lees ik op Twitter: “ADRZ scoort goed met blaasverwijderingsoperaties (beoordeeld door CZ-zorgverzekeraar)”. Reken maar dat heel wat van de 579 volgers van het ziekenhuis dit nieuwtje oppikken en retweeten in hun eigen netwerk. Zo eenvoudig is moderne marketing.
Minder eenvoudig is als ziekenhuis je werk zo goed doen dat je het ook mag blijven doen van de zorgverzekeraar. En met die ontwikkeling is helemaal niets mis. De brede profilering van de perifere ziekenhuizen, met profielen die niet of nauwelijks van elkaar verschillen, past niet meer bij deze tijd. De klant wil kunnen kiezen op basis van kwaliteit, snelheid en beleving.
Gelukkig is CZ slimmer geworden na de commotie die het vorig jaar veroorzaakte door bij de ziekenhuisselectie voor borstkankerchirurgie vooral nadruk te leggen op het getalscriterium. Bij blaasverwijdering speelt het aantal ingrepen op jaarbasis nog steeds een rol, maar daarnaast is ook gekeken naar de literatuur over het onderwerp, de samenstelling van het multidisciplinair overleg, de ervaring met verschillende vormen van urineafleidingen en de aanwezigheid van gespecialiseerd verpleegkundigen. Ook de meningen van de patiëntenorganisaties en de Nederlandse Vereniging van Urologie zijn gepolst. Dit betekent niet dat de tien ziekenhuizen die CZ niet meer contracteert zich zonder klagen zullen neerleggen bij de gang van zaken, maar wel dat ze daarbij minder argumenten hebben dan de ziekenhuizen die CZ vorig jaar uitsloot voor borstkankerbehandeling. De toon is gezet.