Dag dokter!
Volgende week is hij weer even kort in het nieuws, bij de verschijning van deel 1 van een grote biografie. Willem Frederik Hermans vormde samen met Harry Mulisch en Gerard (Kornelis van het) Reve de ‘grote drie’ van de Nederlandse bellettrie in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. Maar ook aan non-fictie heeft hij zich vaak gewaagd, met een in omvang imposant oeuvre van polemische essays.
Hermans overleed in 1995, pas 73 jaar oud, en bijna alles wat hij ooit schreef, zal wel nooit meer uit de vergetelheid ontwaken. Jongere lezers, van zeg onder de veertig, zullen zijn werk veel te gedateerd vinden. En dit geldt zeker ook voor de tijdgebonden ruzies en debatten waarin hij zich met zijn scherpe pen roerde. (Weet iemand nog wat de ‘kwestie Weinreb’ was?) Maar één kort essay, uit 1955, blijft met enige regelmaat opnieuw opduiken, in beschouwingen van auteurs van nu.
Dat essay heet ‘Dag dokter!’, en is te vinden in Hermans’ bundel Het sadistische universum 1 uit 1964. (In druk alleen nog maar tweedehands te krijgen, maar wel gewoon als e-book te koop.) De reden waarom dit ook nu nog af en toe de aandacht weet te trekken, is dat dit misschien wel de meest extreme casus is, zeker bij ons in Nederland, van een populair kunstje van alle tijden.
‘Doktertje pesten’ kan iedereen, maar niemand kon dit zo goed als W.F. Hermans. Dat wil zeggen: als schrijver en stilist, die niet zozeer de bedoeling had om zijn publiek serieus te informeren, maar die primair uit was op imponeren, shockeren, en vilein amuseren. Een grootmeester dus van de vorm – maar wat Hermans inhóudelijk te melden had over het door hem zo zwaar geminachte beroep van arts, is minder indrukwekkend.
Voor Hermans zijn dokters ordinaire zakkenvullers, die bijna niks echt weten of kunnen. Als je ziek wordt, zijn er maar twee mogelijkheden: het gaat vanzelf over, of het gaat níet over. En in beide gevallen maakt het niet uit of je wel of niet naar de dokter gaat. Behalve dan op één punt, en dit betreft de portemonnee: “Speciaal in ons land hebben de heelmeesters zich een waardigheid aangemeten, die zogenaamd dient om het publiek te beschermen, maar in werkelijkheid vooral geschikt is om met onaantastbare autoriteit tot betalen te dwingen.” Want dokters rijden, als ze ‘ter kaapvaart’ gaan, het liefst in ‘luxewagens’, bij voorkeur een Buick; en genieten daarom een schandalig hoog inkomen, dank zij hun goed georganiseerde kartel dat onderlinge (prijs)concurrentie uitsluit.
Af en toe duikt een issue op dat ook in het zorgdebat van 2013 nog enige relevantie heeft. Zoals Hermans’ oproep om alle dokters tot rijksambtenaar te maken. En zoals zijn stelling dat het een zinloze onderneming is om een ‘objectieve vergelijking’ te willen maken tussen knappe en minder knappe dokters. Maar binnen het geheel van zijn scheldkanonnade, die vooral gebukt gaat onder over-the-top-overdrijving, zijn dit niet meer dan losse flodders die hij verder niet uitwerkt.
Maar op één punt is ‘Dag dokter!’ juist niet verouderd, en nog steeds to-the-point. Namelijk daar waar Hermans schrijft: “Het zou onjuist wezen de medische wetenschap te verwijten dat zij weinig weet. De andere wetenschappen weten ook weinig. Maar zij worden niet gedwongen de schijn op te houden.” Hier spreekt Hermans de wetenschapper: de cum laude gepromoveerde fysisch-geograaf die naast zijn werk als schrijver ook twintig jaar lector was aan de Rijksuniversiteit Groningen. Iemand dus die zich ernstig stoorde aan de hoge status, en het hoge inkomen, van een academisch gevormde beroepsgroep die kennisinhoudelijk echt niet meer in zijn mars had dan andere categorieën universitair gevormden.
En in die zin getuigt ‘Dag dokter!’, bijna zestig jaar nadat het is geschreven, van een vooruitziende geest. In een tijd, anno 2013, waarin steeds meer volwassen burgers hoger zijn opgeleid. En waarin steeds minder burgers en patiënten zich intellectueel de mindere hoeven te voelen, oog in oog met een doorsnee arts.
11 reacties
Natuurlijk is een arts eerst en vooral een mens.
Meer dan 99,99% van uw lezers zal het hier mee eens zijn. Geen discussie.
Zullen we het dus vanaf nu hebben over:
– Tuitjenhorn?
– Over naming and shaming?
– Over de virtuele schandpaal en wat dat betekent voor een professional ?
– Over de discrepantie van bejegening ( namens meer dan een partij ) tegenover artsen versus andere beroepsgroepen ?
Kent u het volgende artikel?
http://medischcontact.artsennet.nl/archief-6/tijdschriftartikel/139161/arts-heeft-eenzaam-beroep.htm
Of wellicht adviseert u elke arts om de carrière van de schrijfster van genoemd artikel te overwegen?
E.Kriek
24 november 2013 / 23:33Van uw site:
“Eén kerncompetentie van bureauflipvuijsje is het redactioneel ondersteunen van ‘content’ afkomstig van kennishouders binnen uw eigen organisatie. Daarnaast kunt u complete uitgaven aan ons uitbesteden; geven wij u graag advies over uw publicatie-strategie; en helpen wij u bij het werven van redactioneel of journalistiek personeel met kennis van zorgzaken. ”
Uw activiteiten behelzen volstrekt gratuite en risicoloze zaken, zoals “ondersteunen van content” .
U heeft de schijn dus tegen; het is namelijk erg makkelijk om artsen, die 24 uur per dag hun nek uit durven te steken voor de gezondheid van “hun” patiënten , weg te zetten als “alwetend en arrogant”.
E.Kriek
24 november 2013 / 23:44Nergens in mijn tekst schrijf ik zelf dat de doorsnee arts zich ‘alwetend’ voelt, of ‘arrogant’ opstelt. Mijn punt is, dat in de relatie tussen artsen en burgers/patiënten, de afgelopen decennia een belangrijke verschuiving is opgetreden: in de richting van intellectuele gelijkwaardigheid in brede zin. En dat dit van invloed zal zijn, en in de toekomst nog méér zal moeten zijn dan nu al het geval is, op patronen van interactie tussen dokter en patiënt.
Flip Vuijsje
25 november 2013 / 11:04met “intellectuele gelijkwaardigheid” heeft het al helemaal niets te maken..
Algemeen kenmerk dat zich ook in de praktijk vertaalt: mensen(incl artsen 🙂 ) worden mondiger en dat wordt verward met “slimmer”…terwijl we niet slimmer zijn dan 20 eeuwen geleden.
Wat verandert is de machtsverhouding waarbij de patiënt paradoxaal genoeg nog afhankelijker is geworden onder het mom van “U mag het zeggen”
G K Mitrasing
25 november 2013 / 11:11Mensen zijn in doorsnee, in een modern en hoogontwikkeld land als het onze, wel degelijk ‘slimmer’ geworden. Vroeger waren artsen in twee opzichten intellectueel de meerdere van bijna al hun patiënten. Door hun specifieke vakkennis. En doordat ze deel uitmaakten van een heel kleine elite van universitair gevormden. Dat laatste is nu steeds minder het geval: een steeds groter deel van (nieuwe generaties) burgers/patiënten in nu zelf óók hoger opgeleid, en steeds beter geëquipeerd op punten als: analytisch, logisch en systematisch hebben leren (na)denken; omgaan met met kennis-onzekerheden: inzicht in het fenomeen van complexe causaliteiten. En dit, veel meer dan de specifieke kennis of pseudo-kennis die mensen nu op het internet opdoen, zorgt voor nieuwe soorten verhoudingen tussen dokters en patiënten.
Flip Vuijsje
25 november 2013 / 11:59U verwart intelligentie met onderlinge machtsverhoudingen.. Waar U met het idee van hoogontwikkeld aankomt? Macht en technologie gaan hand in hand maar heeft niks met intelligentie te maken.
Etnocentrisch gezever…..
G K Mitrasing
25 november 2013 / 12:59Flip heeft te maken met een lees- en kennis achterstand.
Zit nog in 1738, terwijl al sinds 1979 zijn hele betoog onderuit is gehaald. De bedenkers daarvan hebben dan ook een Nobelprijs gekregen voor hun nieuwe theorie. De praktijk van alledag is weer wat anders. Maar daar moet nog een theorie voor worden bedacht.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vooruitzichttheorie
Vooruitzichttheorie
De vooruitzichttheorie, beter bekend als prospect theory, stelt dat de voorkeur van beslissingen bij onzekerheid afhankelijk is van de omstandigheden. Zo is de inschatting van kansen en risico’s niet absoluut, maar relatief ten opzichte van de voorgaande situatie. Daarbij speelt het zekerheidseffect een rol waardoor zekerheden zwaarder worden gewogen dan kansen. Ook telt verlies voor veel mensen zwaarder dan winst.
Deze belangrijke theorie voor de gedragseconomie werd in 1979 voorgesteld door Daniel Kahneman en Amos Tversky als alternatief voor de verwachte nutshypothese (expected utility hypothesis). Deze hypothese van Daniel Bernoulli uit 1738 was lange tijd de dominante verklaring voor beslissingen waarbij de uitkomst onzeker is. Daarbij werd uitgegaan van een agent die volledig rationeel handelt. Daarmee is de hypothese de basis van de rationele-keuzetheorie, een van de belangrijkste theorieën van de sociale wetenschappen.
In de theorieën wordt veelal gesproken over risico. Er kan daarbij echter onderscheid worden gemaakt tussen risico en onzekerheid, meer specifiek Knightiaanse onzekerheid. Daarbij is risico meetbaar, terwijl dat voor onzekerheid niet het geval is.
Winst en verlies
Volgens Kahneman[3]
De nieuwe opvattingen over nut bleken zoals eerder zaken onverklaard te laten. Daarnaast bleken ook nieuwe problemen niet verklaard te kunnen worden, zoals de Allais-paradox. Kahneman en Tversky brachten daarop in 1979 de subjectieve waarde van Bernoulli terug, maar beschouwden daarbij het effect van winst en verlies als niet als gelijk. Uit onderzoek van Kahneman en Tversky bleek dat de waarde die aan verlies wordt gehecht veelal groter is dan de waarde die wordt toegekend aan winst.
–Helaas gaan de economen en juristen van o.m. VWS uit van het model uit 1738. De rationele mens.
Vandaar ook de problemen in oa de zorg; nu is er een toezichthouder, commercieel, Betch, die toezicht houdt op de commerciele toezichthouders als Independer en Zorgkiezer voor wat betreft de keuzemogelijkheden in de zorgpolissen. De van overheidswege aangestelde toezichthouder, de NZa, gaat uit van de intrinsieke goedheid van de zorgverzekeraar; de theorie uit 1736 zegt immers dat het bedriegen van verplicht verzekerden de goede naam van een zorgverzekeraar zal aantasten. Dus zijn alle polissen 100% transparant en zijn alle prijzen bekend! Alles ligt op straat.
Toch?
Oh, wat zij we toch intelligent geworden en zo slim, zo slim.
Margaret MacMillan maar eens verder lezen: The War that ended peace. Uit de tijd dat mensen zo ontzettend dom waren.
Alvast besteld The Coming of the War, van Bernadotte Schmitt. 1.000 pgns uit de tijd voor het internet. Slimme man in een domme tijd?
Want wat ook vast staat: de mens leert niet van zijn geschiedenis. Hoe slim ben je dan?
ANH Jansen
25 november 2013 / 16:23Als kritisch Arts en Auto consument, jawel, hoger opgeleid, constateer ik het volgende:
– ik betaal aan de VVAA, en dus aan Arts en Auto, en dus aan bloggers zoals Vuijsje en van Wijck;
– genoemde bloggers worden afgerekend op het aantal page hits;
– blijkbaar loopt het aantal page hits op als zij VVAA leden afzeiken.
Een dilemma, niet?
Een overweging : VVAA leden zijn in het algemeen “slim” en “hoogopgeleid” .
Dus zou niet slechts het aantal page hits, maar de ergernisfactor voor VVAA- leden ook een rol mogen spelen.
Oftewel: schoppen tegen zorgverleners om meer aandacht te krijgen, is volgens mij de verkeerde weg.
Selecteer liever op bloggers die iets toevoegen, bloggers met een visie ( anders dan schoppen tegen wat zij zien als “Heilige Huisjes”. Dat laatste is immers al te gemakkelijk) .
Nee, ik ben niet beschikbaar 😉
Gratis advies van een betalende klant. Weliswaar met gekromde tenen.
Ik zit niet te wachten op dit soort bull.
U wel?
E.Kriek
25 november 2013 / 23:32Concreet: over die ergernisfactor:
Ik vraag mij oprecht af wat ik nog te zoeken heb bij de VVAA.
Maar laten we het vooral positief labelen: u bent af van een azijnzeiker.
E.Kriek
26 november 2013 / 00:09Merkwaardig, die toon van verongelijktheid in de reacties op bovenstaand stuk. Je kunt niet anders concluderen dat een academische opleiding geen garantie is voor adequaat begrijpend lezen. Hoe zit dat met ‘goed luisteren’, vraag je je in dezelfde ademtocht af?
Eén punt wil ik eruit lichten, omdat daar m.i. verkeerde conclusies aan verbonden worden, namelijk de gemiddeld hogere opleiding van meer patiënten die artsen in hun spreekkamer krijgen, niet zelden begeleid door veelal ‘quasi’ kennis waar ze mee schermen. Arme dokter, dat kost veel tijd, want je hebt niets anders dan je verbaaltechnische talent. En laat dat aspect van het werk nu nog steeds stiefmoederlijk bedeeld worden met nascholingen.
Gelukkig valt in veel gevallen die hogere opleiding van mensen weg zodra ze patiënt zijn. Daar zit ook de grootste misser in de denkwereld van meer marktwerking in de zorg; de weinige kritische opstelling van de mens in een spreekkamer laat prutsers te lang ongemoeid. Misschien moet je daarbij ook melden dat het opschonend vermogen van de artsenstand zelf ook permanent op een te laag pitje brandt.
Of Hermans dat allemaal wist en bedoelde toen hij ‘Dag Dokter’ schreef, wens ik te betwijfelen. Daarvoor had hij eerst eens naast een flink aantal dokters moeten gaan zitten en luisteren en kijken terwijl ze bezig zijn.
Joep Scholten
26 november 2013 / 10:35Dank Joep voor die aanvulling! D66’ers die graag met QualY aankomen stoppen meteen zo te denken als ze zelf eraan moeten geloven 🙂
G K Mitrasing
26 november 2013 / 14:15