Dat M-woord

Eerst met een weids gebaar de maximumsnelheid afschaffen, en dan dreigen die opnieuw in te voeren als blijkt er automobilisten zijn die wat harder zijn gaan rijden. Zo ongeveer komt op mij over wat vorige week in de Tweede Kamer minister Schippers in het debat over de mondzorg zei.

Voor de voorspelbare tegenstanders van vrije tarieven, het linkse blok van SP, PVV, PvdA en Groen Links, was het politiek schieten voor open doel. Vaste prijzen loslaten zolang er nog steeds een tekort aan tandartsen is, kán alleen maar leiden tot hogere tarieven. Gewoon de wet van vraag en aanbod, gewoon wat je krijgt met marktwerking.

De NMT stelt hier tegenover dat de cijfers over een tariefsexplosie sinds 1 januari niet kloppen en worden vertekend door een nieuwe manier van declareren. Andere voorstanders vinden dat het experiment meer tijd verdient. Als straks eenmaal kwaliteitsindicatoren beschikbaar zijn, en verzekeraars serieus mee gaan doen in het onderhandelen over die prijzen, dán krijg je echte transparantie en krijgen patiënten echt wat te kiezen.

Maar in het publieke debat maak die nuancering door de voorstanders weinig kans tegen de overzichtelijke retoriek van de tegenstanders. Die trouwens ook van de minister gelijk leken te krijgen na haar aankondiging dat, in afwachting van nieuwe cijfers komend najaar, de NZa voor de zekerheid nu alvast maar begint met het voorbereiden van het snel staken van het experiment met vrije tarieven, dat eigenlijk bedoeld was om drie jaar te duren.

Twee dingen storen mij hierbij het meest. Ten eerste dat tandartsen nu, in de politiek en in de media, worden weggezet als graaiers, alleen maar vanwege het serieus nemen van een nieuw stuk ondernemersvrijheid. Maar ook: dat alles in het publieke debat weer draait om alleen maar prijzen, in plaats van (ook) om kwaliteit. Zodra het politiek lastig wordt en inhoudelijk ingewikkeld, kiest bijna iedereen meteen voor de makkelijkste weg en praat alleen nog over geld. De indruk die nu weer, ook door de minister, is gewekt, is dat met de mondzorg alles verder goed zit zolang de prijzen maar niet stijgen.

‘Verlos ons van dat M-woord’, schreef ik vorig jaar in Arts en Auto. In ieder geval in de gezondheidszorg richt het gebruik van de term ‘marktwerking’ alleen maar schade aan. Die leidt alleen maar de aandacht af van datgene wat écht hard nodig is, in een sector die hoe dan ook te maken zal houden met veel regulering door de overheid. En dat is niet sturing op prijs, en ook niet op volume, maar in de eerste plaats op resultaat.

En wat we vorige week in Den Haag zagen, ging weer bijna helemaal over ‘marktwerking’, en weer nauwelijks over ‘resultaatsturing’.

 

Delen