De bestuurlijke vrijwilliger

Bent u bestuurder in de langdurige zorg? Dan is de kans groot dat een van uw belangrijkste agendapunten is het investeren in de inzet van vrijwilligers. De veranderingen in de langdurige zorg dwingen zorgaanbieders immers om de zorg slimmer te organiseren, tegen lagere kosten dus. Een van de mogelijkheden hiervoor is een grotere inzet van vrijwilligers in de organisatie.

Daarnaast zijn vrijwilligers ook nodig om invulling te geven aan het overheidsstreven de zorg zo veel mogelijk in het informele circuit te houden en de formele zorg – de zorg door zorgaanbieders dus – te beperken tot waar dit echt nodig is. Als bestuurder wilt u dan dat uw organisatie goede contacten heeft met deze vrijwilligers, om op tijd te weten wanneer de grens tussen informeel en formeel wordt overschreden en uw zorgaanbod nodig wordt.

De stem van de vrijwilligers wordt dus belangrijker in de langdurige zorg. Het ligt dan voor de hand dat die vrijwilligers ook meer hun stem zullen willen laten gelden over de manier waarop het formele deel van die zorg wordt ingericht. Ze zullen hierover beslist ideeën hebben, en ook over de vraag hoe de informele en formele zorg het best op elkaar kunnen aansluiten. Is het dan een vreemde gedachte dat dit ook gevolgen kan hebben voor de governance in de langdurige zorg? Met andere woorden: dat vrijwilligers een plaats kunnen krijgen in de raad van bestuur of de raad van toezicht?

Deze gedachte hoorde ik recent voorbij komen in een interview. Het interview ging hier niet over, niet rechtstreeks in ieder geval, het was een zijpaadje dat even en passant werd bewandeld. Maar het idee bleef wel hangen bij me. Hoe kijkt u er tegenaan?

Delen