De cliëntenraad centraal
Aanbieders van verpleeghuiszorg die nog steeds alleen maar een cliëntenraad hebben omdat ze daarmee voldoen aan de wettelijke verplichting er een te hebben, zijn gewaarschuwd: de Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet in de positie van de cliëntenraad een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van het verpleeghuis. Inspecteur-generaal Ronnie van Diemen noemt het feit dat cliëntenraden doorgaans geen blad voor de mond nemen ‘”heel nuttig voor ons werk.”
Als de Inspectie tijdens een bezoek aan een verpleeghuis merkt dat de cliëntenraad niet de positie in de instelling heeft die ze hoort te hebben, dan geeft ze dit signaal terug aan de bestuurders, zei Van Diemen in het interview dat ik met haar had. In de interviews die ik eerder dit jaar had met zorgverzekeraars Zilveren Kruis en Menzis klonk nadrukkelijk eenzelfde geluid door over hoe zij in de zorginkoop 2016 te werk gaan. “We willen kennis vergaren over de kwaliteit van leven die cliënten ervaren”, stelde Erik Jan Wilhelm van Zilveren Kruis. En Ria Stegehuis van Menzis zei: “Onze inkopers gaan in gesprek met cliënten en cliëntvertegenwoordigers.”
[Tweet ““In een excellente organisatie is het normaal als er leden van de cliëntenraad zijn als de Inspectie op bezoek komt””]De druk voor verpleeghuizen om de cliënten(raden) de positie te geven die zij verdienen, neemt dus toe. Een aantal verpleeghuizen heeft deze boodschap al lang begrepen. “In een excellente organisatie is het normaal als er leden van de cliëntenraad zijn als de Inspectie op bezoek komt”, stelt Van Diemen. De verpleeghuizen waar dit niet het geval is, weten dus dat ze al meteen een minpuntje scoren op het moment dat de inspecteur over de drempel stapt. En dan moet de inspectie zelf nog beginnen.