De e-letter der wet
Door de Coronacrisis komt het ministerie van VWS er niet meer aan toe om nog voor de zomer haar langverwachte contourennota te publiceren. Dit neemt niet weg dat ook nu al op hoofdlijnen wel duidelijk is hoe de ‘herijking van het zorgstelsel’ – zoals het ministerie het noemt – eruit zal gaan zien.
In zijn Kamerbrief laat vertrekkend minister Martin van Rijn nog weinig los over de organisatie van het medisch zorglandschap. Maar de voortgangsbrief De juiste zorg op de juiste plek geeft wel al een aardig beeld van welke kant het opgaat. Versterking van de koppeling tussen zorg en sociaal domein bijvoorbeeld, meer aandacht voor preventie en voor de vraag wat wel en niet zinnige zorg is.
Kabinet kiest nadrukkelijk voor meer aandacht toepassing eHealth en technologie
En: nadrukkelijke aandacht voor de toepassing van eHealth en technologie. Het is goede timing van Zilveren Kruis en Patiëntenfederatie Nederland om juist nu aan de minister voor te stellen het recht van patiënten op digitale zorg bij wet te regelen. ‘Met een wet regel je dat echt niet hoor’, twitterde huisarts Joost Zaat meteen, en ‘laten we nu niet net doen alsof eHealth alle heil en zegen brengt’. Dat is waar natuurlijk, de zegeningen van eHealth zijn niet eindeloos. Toch kan het zeker geen kwaad als op het gebied van eHealth een klein beetje meer heil en zegen op ons zou neerdalen dan nu het geval is.
Eigenlijk is het te zot voor woorden dat zelfs maar over mogelijke wetgeving moet worden gesproken. Maar tot nu toe krijgen patiënten nog lang niet altijd de gelegenheid geboden om van eHealth gebruik te maken in situaties waarin dit voor hen wel meerwaarde kan hebben. De weerstand is dermate groot dat die roep om wetgeving best te begrijpen is.