De GGZ – Kijk niet naar boven, onder of opzij
“Het wordt hoog tijd dat de GGZ doet wat ze haar patiënten adviseert: voor zichzelf opkomen. Zeg ‘nee’ tegen alweer nieuwe eisen van politiek en zorgverzekeraars, weiger de zoveelste reorganisatie, en ga van matige zorg nu eens daadwerkelijk over naar zorg op maat.”
Met deze woorden besloot ik vorige week mijn blog: De GGZ is op sterven na dood. Het onderwerp raakte kennelijk een gevoelige snaar want de blog is inmiddels 27.000 keer gelezen, 5400 gedeeld op Facebook en 1350 op Linkedin. Het is duidelijk: de nood is hoog.
Te lezen aan de vele schrijnende verhalen en hartenkreten die mijn mailbox de afgelopen week binnenstroomden, zijn we helemaal klaar met het kastje en de muur, de cijferdictatuur en het klakkeloos opvolgen van – alweer! – nieuwe eisen van de zorgverzekeraars. GGZ-medewerkers willen terug naar waar we voor doorgeleerd hebben en waar we goed in zijn: goede zorg bieden. ‘Maar hoe dan?’
We zijn helemaal klaar met het kastje en de muur, de cijferdictatuur en het klakkeloos opvolgen van nieuwe eisen van de zorgverzekeraars
Er is geen eenvoudig antwoord op die belangrijke vraag. Die zal ieder voor zichzelf moeten beantwoorden om vervolgens aan de slag te gaan. Dat heet persoonlijk leiderschap, en dat is iets anders dan leidinggeven. Ter illustratie neem ik je even mee terug in de tijd, naar de 4de klas van de middelbare school om precies te zijn. We waren op werkweek in de Ardennen en de weg kwijt. Daar stonden we dan, besluiteloos midden op een viersprong. Iedereen praatte, niemand kwam in beweging. De leraar keek om zich heen, zag me aan de rand van de groep staan en overhandigde me de kaart: ‘Dit is je kans.’ Ik ben toevallig goed in kaartlezen en zag dan ook vrij snel welke kant we op moesten.
Maar toen gebeurde het, of eigenlijk gebeurde het niet. Ik probeerde de aandacht te vangen, maar in plaats van de krachtige brul die ik in gedachten had, kwam er een onzekere piep: ‘Eh, jongens, we moeten hier eh… naar rechts, geloof ik …’ Ze hoorden me niet eens! De leraar lachte, pakte de kaart terug en gaf die aan Berend: ‘Dit is je kans.’ Berend stak toen al overal bovenuit: ‘Ja!’ riep hij met de stem van een drilsergeant, ‘als ik even jullie aandacht mag!’ Stilte, alle ogen op hem gericht. ‘We gaan nú,’ hij draaide de kaart om zijn as en wees toen resoluut naar links, ‘die kant op!’ En de meute kwam in beweging.
[Tweet “.@RemkevStaveren:’Durf burgerlijk ongehoorzaam te zijn als je denkt dat cliënt daarbij gebaat is'”]
Nee, laat dat leidinggeven maar lekker aan een ander over, dacht ik vanaf toen. Zoals wel vaker had ik het mis. Nog niet zo lang geleden las ik het inspirerende boek De zeven eigenschappen van effectief leiderschap’ van Stephen Covey (hier is een mooie samenvatting van Coveys werk, geschreven door Ben Tiggelaar ). Het boek van Covey gaat niet zozeer over leiding geven aan anderen, als wel over leiding geven aan jezelf en hoe je weer controle kunt krijgen over je leven en je werk. Laat persoonlijk leiderschap nou precies datgene zijn wat we nodig hebben! Weer in controle! We kunnen allemaal onze ‘cirkel van invloed’ vergroten, als we ons maar op die dingen concentreren waar we daadwerkelijk invloed op hebben. Binnen onze eigen vierkante meter, kortom.
Zó simpel? Ach nee, natuurlijk is dat niet simpel. Dat is in deze tijd van ‘marktwerking’ in de zorg en alle beperkingen (en uitdagingen!) van dien, ongelooflijk ingewikkeld. Maar ik ben toevallig wél goed in kaartlezen en zie echt wel welke kant we op moeten. Naar een zorgstelsel waar we allemaal – top-down, bottom-up en organisatie breed – verantwoordelijkheid nemen voor het geven van zuinige (duurzame), zinnige (doelmatige), maar bovenal – en dát schiet er de laatste tijd nogal eens bij in – zorgzame zorg. En dan nog een tip: durf burgerlijk ongehoorzaam te zijn als je denkt dat je cliënt daarbij gebaat is.
Dus. Kijk niet naar boven, onder of opzij: jíj bent aan zet. Dit is je kans.