De hoogste boom

De bestuurders die verantwoordelijk waren voor het faillissement van Meavita in 2009 krijgen er flink van langs in de reacties op de berichtgeving over hun wanprestaties. Ze moeten de gevangenis in, zo lees ik, en hun persoonlijke bezittingen moeten in beslag worden genomen. Sommige andere reacties die ik op internet tegenkom, zijn niet eens geschikt om hier te herhalen.

Het zijn begrijpelijke reacties. Bestuurders die 20 miljoen euro verspillen aan een nooit van de grond gekomen project voor beeldtelefonie en nog eens vele miljoenen meer voor de oprichting van een financieel shared service centrum, hebben niets in de zorg te zoeken. Als het zorgbestuurders niet meer om de zorg zelf gaat, kunnen ze beter uitzien naar een baan in een andere bedrijfstak.

Laten we ons echter niet blindstaren op de schuldige personen, maar vooral ook kijken naar hoe dit kon gebeuren en hoe herhaling kan worden voorkomen. Op basis van welke competenties zijn deze bestuurders op hun plaatsen terechtgekomen? Welke bestuursopdracht is voor hen geformuleerd? Hoe kan het dat de toezichthouders geen kritische vragen stelden toen deze bestuurders hun plannen voor die beeldtelefonie en dat shared service centrum ontvouwden? En dus: hoe zetten we een structuur op van besturen en toezichthouden die dergelijke excessen voorkomt?

Een pasklaar antwoord op deze vragen heb ik niet. Een investeringstoets door het Kwaliteitsinstituut misschien, ik roep maar wat. Maar in ieder geval vind ik deze vragen veel relevanter dan de vraag welke straf deze individuele bestuurders verdienen. Dat ze straf verdienen, staat buiten kijf. Maar trek alsjeblieft vooral lering uit het gebeurde.

Delen