De ironie van goed nieuws
Hoogleraar obesitas Liesbeth van Rossum zegt het goed nieuws te vinden dat semaglutide, het nieuwe geneesmiddel tegen obesitas, tweemaal zo effectief is als bestaande middelen en soms zelfs maagverkleiningsoperaties kan voorkomen. Ook gezondheidswetenschapper en voedingsdeskundige Jaap Seidell en chirurg Ignace Janssen zijn enthousiast.
In dit enthousiasme schuilt een zekere ironie. Een geneesmiddel tegen obesitas is immers precies dat: een geneesmiddel. Iets wat wordt voorgeschreven aan mensen die al ziek zijn dus, die al ernstig overgewicht hebben. Het blijft het paard achter de wagen spannen.
‘Geneesmiddel tegen obesitas blijft het paard achter de wagen spannen’
Van Rossum zet in de berichtgeving nog even op een rij wat de gevolgen van obesitas zoal kunnen zijn: hart- en vaatziekten, gewrichtsproblemen, depressie, kanker en een groter risico op een ernstig verloop van COVID-19. Het laatste is relatief nieuwe informatie, de andere effecten zijn al jarenlang bekend. Een geneesmiddel dat deze problemen tot op zekere hoogte het hoofd kan bieden, is een interessant verdienmodel voor de ontwikkelaar ervan, maar verre van een effectieve oplossing.
Van Rossum wijst in de berichtgeving op het grote belang van preventie en ook daar schuilt ironie in. Ze verwijst erbij naar de doelstellingen van het Nationaal Preventieakkoord en naar de ambities van de zorgverzekeraars en gemeenten op dit gebied. Maar preventie is nu precies wat een nieuw geneesmiddel niet is.