De naderende dood

Een prachtig interview met verpleeghuisarts en hoogleraar ouderengeneeskunde Wilco Achterberg in LUMC Magazine. Hij legt precies de vinger op de zere plek: de verpleeghuizen hebben te kampen met een slecht imago en dat is vooral te wijten aan onwetendheid.

Mensen hebben onrealistische verwachtingen over de laatste levensfase. Iedere verpleeghuisbestuurder kan het verhaal vertellen van de zoon of dochter die – beschaamd dat opname nodig is maar ook opgelucht dat het kan – verzucht: “Nu zal het wel weer snel beter gaan met moeder”. Nee, moeder gaat na die opname stapsgewijs achteruit, en als we de jongste cijfers mogen geloven over de gemiddelde verpleeghuisduur komt ze binnen negen maanden te overlijden.

De naderende dood krijgt in onze huidige samenleving weinig ruimte om te bestaan

Maar dit is een gegeven waarover beide partijen – de kinderen én de professionals – liever niet spreken. De naderende dood krijgt in onze huidige samenleving weinig ruimte om te bestaan. Daarom is de vrijwel gelijktijdige verschijning van boeken als Slotcouplet van Sander de Hosson en Draai niet om de dood heen van Frederiek Weeda zo belangrijk. Ze dwingen ons om wél na te denken over die naderende dood en om die een plaats te geven.

Hopelijk geven deze twee boeken kracht aan de boodschap van Achterberg dat het belangrijk is te accepteren dat achteruitgang bij het leven hoort. Niet dat we daarin dan allemaal zover hoeven te gaan als hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets, die onomwonden stelt dat hij zich verheugt op gebrekkigheid. Maar Slaets heeft wel gelijk als hij stelt dat succesvol leven loslaten is, en dat je niet gelukkig oud kunt worden als je daartoe niet in staat bent. Wie net als hoogleraar interne geneeskunde Andrea Maier stelt dat we ouderdom moeten zien als een ziekte die moet worden behandeld, begeeft zich op een heilloze weg.

Delen