De onwetendheid van Jerney

Laat ik het maar eerlijk bekennen. Het was januari 1970, ik was tien jaar, het vroor dat het kraakte en ik was verliefd op Jerney Kaagman van Earth and Fire. De lijzige manier waarop zij haar tekstbijdragen leverde aan de eerste hitsingle Seasons hield ik in mijn onschuld voor buitengewoon sensueel. Van mijn zorgvuldig opgespaarde zakgeld kocht ik het singletje. Ik heb het nog.

Inmiddels is Jerney Kaagman 65 en denkt zij wegens haar Parkinson aan opname in een verpleeghuis. En hoewel mijn verliefdheid op haar bij de tweede single al lang weer over was, vind ik dit toch even slikken. Niet alleen omdat het illustreert dat onze helden van weleer ook maar mensen van vlees en bloed zijn, maar vooral vanwege haar stellingname. Kaagman zegt zich nu nog door haar partner te laten verzorgen, maar te passen voor de thuiszorg op het moment dat haar partner niet meer in staat is deze taak op zich te nemen. “Je weet nooit wie je in huis haalt”, zegt ze in een interview in Algemeen Dagblad. En hoewel ze dit vast niet bedoelt als een schoffering van de thuiszorgmedewerkers die iedere dag klaarstaan voor mensen zoals zij, is het toch een opmerking die bij mij behoorlijk in het verkeerde keelgat schiet.

Afgezien daarvan vraag ik mij af of Kaagman wel een realistisch beeld heeft van de ontwikkelingen in de langdurige zorg. In de plannen van het ministerie van VWS is opname in een verpleeghuis immers al lang niet meer de eerst bereikbare optie, maar dat lijkt zij dus niet te weten. Misschien moet staatssecretaris Martin van Rijn na zijn werkbezoeken in het veld dus ook maar eens snel de publieke media opzoeken om zijn visie op de toekomst van de langdurige zorg te verkondigen.

Delen