Deeloplossing

“Eenmaal in het ziekenhuis is het lastig voor ouderen om er nog uit te komen”, zegt GroenLinks Tweede Kamerlid Corinne Ellermeet. Daar heeft ze  gelijk in. De kans is groot dat zo’n oudere een delier krijgt en dat hij in veel slechtere conditie het ziekenhuis uit komt dan hij erin gaat.

Maar Ellermeet ontkracht met dat zinnetje wel onbedoeld een beetje haar eigen pleidooi om binnen een ziekenhuis tot een aparte eerstehulppost voor ouderen te komen, terwijl dit toch een interessante deeloplossing kan zijn.

Waarom deeloplossing? Omdat de professionals die op die ouderen-SEH werken niet alleen de inschatting moeten kunnen maken of de patiënt met een medische of een sociale indicatie wordt binnengebracht, maar ook een oplossing moeten kunnen bieden die daarop aansluit. Gaat het inderdaad om een medisch probleem, dan is die oplossing een ziekenhuisbed. Maar veel vaker gaat het om een noodsituatie waarin de huisarts geen andere uitweg ziet dat iemand aan de SEH aanbieden. De partner van de zorgbehoevende wordt ziek en kan even niet meer voor hem of haar zorgen. De kinderen wonen te ver weg, de buren zijn zelf te oud om iets te kunnen betekenen en het is negen uur ’s avonds.

Een ouderen-SEH kan nooit als op zichzelf staand zorgaanbod de oplossing bieden

Een ouderen-SEH kan in die situatie nooit als op zichzelf staand zorgaanbod de oplossing bieden. Wat achterliggend nodig is, is een structuur die waarborgt dat de patiënt snel op een juiste plaats terecht kan en niet alsnog in een ziekenhuisbed moet worden geplaatst als daarvoor geen medische reden bestaat. De ontwikkeling van die structuur vraagt om samenwerking tussen alle partijen die bij de zorg voor ouderen betrokken zijn: huisartsen, huisartsenposten, thuiszorg, wijkverpleging, verpleeghuizen en ziekenhuizen. De kern van die samenwerking dient te zijn: oplossingen bieden in de eerste lijn. Het ziekenhuisbed is een voor ouderen vaak een last resort.

Delen