Demotivatie
Op het moment dat ik deze column schrijf, is er sprake van premieoproer in het land. Het voorgenomen beleid van het nieuwe kabinet om de zorgverzekeringspremie inkomensafhankelijk te maken en vooral de mate waarin, zorgt voor grote onrust. Bijna vijf miljard euro verschuiven en nul euro effect op de uitgaven van de zorg. En dat juist nu het systeem van concurrentie tussen zorgverzekeraars onderling en tussen de verschillende zorgaanbieders – na jaren van opstartperikelen – vorm en inhoud begint te krijgen. Transparantie, kwaliteit en efficiency winnen terrein. Zorgprofessionals en ziekenhuizen komen met initiatieven die kwalitatief sterk zijn en een duidelijk effect op de kosten hebben, al worden de voorstellen nog maar mondjesmaat gehonoreerd door verzekeraars.
Twee uiterst negatieve effecten van het voorgenomen beleid, wil ik hier specifiek noemen. Het eerste betreft het feit dat van de zorgpremie straks nog maar een gering deel zorgverzekeraars prikkelt om te concurreren op kwaliteit en kosten. De rest van de premie verdwijnt in de fiscaliteit.
Het tweede effect betreft het verdwijnen van de prikkel om zorgvuldig met het eigen lichaam en het beroep op zorg om te gaan bij een groep zorgconsumenten die (veelal buiten de eigen schuld) toch al het minst toegankelijk is voor preventie en tegelijkertijd het grootste beroep doet op zorg. De kostenbewustheid bij deze groep wordt met dit beleid niet gestimuleerd en ik ben bang dat datzelfde, om de tegengestelde reden, gebeurt met de groep van veelbetalers. Een situatie die alles behalve wenselijk is.
Het beleid komt op een moment waarop VvAA speerpunt heeft gemaakt van het ondersteunen en faciliteren van zorgprofessionals onderling om tot nog meer samenwerking te komen. Overal ontstaan positieve kwaliteitsverhogende en kostenbesparende initiatieven en juist nu veranderen de spelregels en de dynamiek.
Dat laatste baart me nog de meeste zorgen, want niets is voor mensen en organisaties zo demotiverend als voortdurende verandering en inconsistentie van beleid. Ik hoop dat Schippers en Van Rijn de goede knoppen weten te vinden voor een gezondere toekomst van de sector.