Denemarken
Sinds wij zomer 2008 voor het eerst een week naar Denemarken gingen, zijn we daar al tien keer terug geweest. En ben ik er intussen aan gewend geraakt, dat mensen me op verbaasde toon vragen: wat zoek je toch steeds weer in dat land?
Wat Nederlanders gemiddeld van Denemarken weten, is relatief weinig uit eigen ervaring, en maakt deel uit van een meer algemeen Scandinavië-beeld met als centraal element een idee van ‘kille welvaart’. Een beeld van samenlevingen die aan de ene kant onmiskenbaar rijk zijn, en met een tot in het extreme uitgebouwde verzorgingsstaat. Maar die aan de andere kant veel te kampen zouden hebben met een aantal ‘keerzijden’ van al die eenzijdig-materiële voorspoed, zoals relatief veel alcoholisme en hoge zelfmoordcijfers.
En natuurlijk: met heel veel misdaad. Want als er nou íets is dat de afgelopen jaren ons beeld heeft bepaald over Denemarken en Zweden, dan is het wel die schijnbaar eindeloze reeks van boeken en speelfilms vol dodelijk geweld. Met als bekendste auteurs natuurlijk Henning Mankell en (wijlen) Stieg Larsson, allebei uit Zweden. Maar ook vanuit Denemarken komt veel internationaal succesvolle crime-fictie. Zoals natuurlijk de tv-serie The Killing. En zoals natuurlijk The Bridge, een serie die zich in de meest letterlijke zin afspeelt op de grens tussen beide landen.
Er wordt dus flink wat afgemoord, daar in vooral zuidelijk Scandinavië. En ook dit past natuurlijk wonderwel in dat beeld van rijke maar intussen ook behoorlijk van zichzelf vervreemde samenlevingen. Zo wordt dit in elk geval regelmatig door internationale critici geduid: eigenlijk zijn al die misdaadverhalen ook een vorm van maatschappijkritiek, door auteurs die scherp in de gaten hebben wat er mis is met de harde, dagelijkse realiteit achter de façade van die kunstmatige ‘Scandinavische droom’.
Maar die critici maken een klassieke denkfout. Door ervan uit te gaan, dat goeie, overtuigend geschreven, zwaar tot de verbeelding sprekende fictie, niet anders kán zijn dan een weerspiegeling van dingen die reëel aan de hand zijn. Maar dit is helemaal geen vanzelfsprekende zaak. Zeker niet in het crime-genre. En al helemaal niet in het Scandinavische-crime-genre. Want afwijkend veel misdaad hebben ze in die landen juist helemaal niet – maar alleen maar: afwijkend veel goeie misdaad-auteurs.
Keer op keer blijkt uit internationaal vergelijkende onderzoeken dat Zweden en Denemarken in de absolute top scoren, vaak zelfs op plaats nummer één, in ranglijsten op punten als geluk, sociale cohesie, gevoel van veiligheid, afwezigheid van zorgen. Behalve met de grote welvaart, en met de enorme bestaanszekerheid die de Scandinavische verzorgingsstaten bieden, heeft dit ook veel te maken met de positie, en met de bijbehorende lotstevredenheid, van vrouwen. Veel meer dan elders, ook binnen Europa, en zeker vergeleken met Zuid-Europa, genieten die in Denemarken en Zweden een positie van gelijkwaardigheid als het aankomt op de vrijheid om je leven naar eigen voorkeur in te richten.
Dus laten we vooral doorgaan met het verslinden van Scandinavische thrillers: een geslaagd, aantrekkelijk exportproduct van misschien wel de meest geslaagde samenlevingen ter wereld. (En o ja: ook de gezondheidszorg is in die landen uitstekend geregeld.) Dan ga ik intussen ook onverstoord door met het plannen van de volgende Denemarken-reis.