Dertig mooie jaren
Mijn huisarts houdt ermee op: over ruim een maand gaat hij met pensioen. Er komt voor zijn patiënten een afscheidsreceptie, maar ik weet nog niet zeker of ik daar zelf naartoe ga. Want eigenlijk ken ik hem maar nauwelijks. Dit ligt niet aan de duur van onze relatie: die is intussen zo’n dertig jaar oud. Maar in al die tijd is het nooit voorgekomen dat ik zelf, of iemand in mijn allernaaste omgeving, met hem te maken kreeg vanwege iets ernstigs. En pas dan is er een kans dat je een huisarts echt leert kennen.
Dus zal ik mij vooral blijven herinneren hoe hij omging met vraagstukken, waarmee ik in de loop der decennia bij hem in de spraakkamer verscheen, die relatief onschuldig waren of die later vals alarm bleken. Bij eerste bezoek: even wat kijken, voelen, vragen, luisteren, misschien meten. En dan vervolgens meestal vaststellen: “Ik kan nu even niks vaststellen, maar als het aanhoudt kom je gewoon terug.” Soms hield het aan, en kwam ik terug, en verwees hij mij zonder verder tegenstribbelen naar een bij de klacht passende specialist.
Wat ik mij verder zal herinneren, is hoe ik zijn praktijk uiteindelijk heb zien veranderen. Heel lang was die gevestigd in een veel te klein pand, met een veel te kleine wachtkamer. Maar een jaar of twee geleden volgde alsnog het vertrek naar een prachtige, modern ingerichte en ruime behuizing. Met voor patiënten van de praktijk bovendien een directe binnendoorgang naar een aparte balie in de aangrenzende apotheek, wat betekende dat je daar nooit in de – bijna altijd extreem lange – rij wachtenden hoeft te staan.
Hoewel ik hem er nooit naar heb gevraagd, is mijn stellige indruk, zeker die laatste paar jaren, dat het goed ging met mijn huisarts. Zowel zakelijk en financieel, als op het vlak van de werkdruk. Als je sommige huisartsen mag geloven, en vooral bestuurders en zegspersonen van organisaties van huisartsen, dan zijn er in Nederland maar weinig andere beroepsgroepen die het zo zwaar en zo moeilijk hebben. Maar als patiënt van de praktijk van mijn nu vertrekkende huisarts, heb ik zelf nooit bijzondere aanwijzingen opgevangen dat dit sombere beeld ook echt klopt.
En dat is maar goed ook, want een gelukkige huisarts zal ook eerder een goeie huisarts zijn dan eentje die het ondraaglijk zwaar heeft. En misschien ook eerder: een eigentijdse huisarts. Een van de laatste keren dat ik met die van mij te maken kreeg, dit was ongeveer een jaar geleden, bleek het ineens mogelijk om met hem te communiceren op een op en top moderne manier. En kon hij mij, dank zij een nieuwe uitvinding die wel wordt betiteld als ‘elektronische post’, melden dat ik ook dit keer weer niks mankeerde!
1 reactie
Artsen zijn net mensen en laten nu niet bepaald alles zien of merken.
Statistieken wijzen op meer risico op allerlei problemen. Van echtschedingen to veslavingen…. Kwestie van wat wil je wel of niet zien.
De patiënt die je kent prikt daar ook wel eens door heen. En vraagt: “hoe gaat het met U dr?”
G K Mitrasing
12 december 2012 / 15:14