Doorzettingsmacht

We hebben er heel lang op moeten wachten, maar Zorginstituut Nederland heeft eindelijk in relatie tot een concrete situatie haar grootste krachtterm laten vallen: doorzettingsmacht. Het cellofaantje zit er nog om, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Het gaat eraf als de zorgverzekeraars, de patiëntenorganisaties en de ziekenhuizen er niet zelf in slagen om binnen afzienbare tijd met gezamenlijke kwaliteitsstandaarden te komen voor spoedeisende hulp. Zoals we weten, is het de bedoeling dat op basis van die kwaliteitsstandaarden stappen worden gezet in concentratie van deze zorg.

De drie partijen valt niet echt te verwijten dat ze er niet sneller in geslaagd zijn stappen te zetten op dit gebied. De belangen lopen immers niet parallel. De zorgverzekeraars willen tot concentratie van spoedeisende hulp komen om zeker te weten dat hun verzekerden de kwaliteit krijgen waarop ze recht hebben. De verzekerden (vertegenwoordigd door de patiëntenorganisaties) willen dit in principe ook wel, maar willen de spoedeisende hulp vooral ook dichtbij hebben. En de ziekenhuizen willen deze zorg het liefst allemaal behouden, omdat ze veel meer dan alleen de spoedeisende hulp verliezen als ze die kwijtraken.

Toch gaat dit laatste gebeuren, en uit kwaliteitsoogpunt denk ik als verzekerde: gelukkig maar. Maar gelet op die grote belangentegenstellingen ben ik benieuwd of Zorginstituut Nederland zijn troefkaart van doorzettingsmacht eerst daadwerkelijk moet uitspelen voordat het zover komt.

Delen