Drempelloos

Felicitaties op de social media gisteren voor de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven stelde de vereniging in het gelijk. De Nederlandse Zorgautoriteit mag huisartsen niet verbieden om behandelingen in rekening te brengen waarvoor zij geen contract hebben met een zorgverzekeraar. Het is feitelijk de enige uitspraak waartoe het CBb kón komen, want de Wet marktordening gezondheidszorg stelt alleen dat een huisarts niet mag declareren voor een andere prestatie dan hij verricht heeft. Daaraan een contractvereiste koppelen, zoals de NZa wilde, is strijdig met de wet, met artikel 13 van de Zorgverzekeringswet om precies te zijn.

Er is ook een andere reden waarom de uitspraak die het CBb deed een logische is. De huisarts is de poortwachter tot de zorg. Voor alle zorg die de huisarts kan leveren, hoeft de patiënt niet verder het zorgcircuit in, waar de rekening veelal hoger uitvalt. Dat verderop in dat circuit selectie plaatsvindt op basis van een mix van kwaliteit en prijs, vind ik logisch. Maar omdat huisartsenzorg altíjd goedkoper is, denk ik: laat die huisarts alsjeblieft een zo breed mogelijke taakopvatting hanteren zonder daarin hindernissen in te bouwen. Gebruik de geijkte middelen om te controleren of de betreffende huisarts hiertoe bevoegd en bekwaam is, maar werp geen extra drempels op.

Daarbij een extra beloning bieden voor huisartsen die zich met bepaalde (be)handelingen onderscheiden, is waarschijnlijk zinvoller dan huisartsen niet belonen voor verrichte diensten. Bovendien biedt het een uitdaging voor huisartsen om zich te bekwamen in zaken waarvoor de huidige bekostigingsstructuur in de huisartsenzorg een extra beloning mogelijk maakt.

Delen