Druk baasje

Voor een Nederlands kinderblad, portretteerde ik het leven van een familie in Tuvalu. Deze Polynesische archipel in de Grote Oceaan bestaat uit negen atollen met zo’n 113 eilandjes. Het op drie na kleinste land ter wereld telt 11.200 inwoners.

In Tuvalu gebeurt niets. De bewoners van de eilandjes maken zich niet gauw druk. Ze liggen voornamelijk in hun hangmat tussen twee kokospalmen. Bij wijze van groet trekken ze een wenkbrauw op en dat lijkt een behoorlijke inspanning. Tegen etenstijd lopen ze even de zee in, harpoeneren een vis en gooien die op de gril. In Tuvalu leef je letterlijk in het paradijs uit de reisbrochures. Alle dagen zon, lange witte stranden, palmbomen, snorkelen tussen tropische vissen, verse vis met rijst, geen verkeer. 

Ondanks dit ‘bounty gevoel’ kom je er vrijwel geen toeristen tegen. Te ver weg, te lastig te bereiken. De ‘buren’ uit Australië, kiezen liever voor Fiji. De Tuvaluanen vinden het allemaal best, bezoekers zouden alleen maar werk veroorzaken en daar zit niemand op te wachten.

Toch kwam ik een uitzondering tegen: Toei. Dit energieke mannetje van 9 jaar was de hele dag druk. Hij verzamelde kokosnoten, zette visnetten uit, ving vissen, was fanatiek van alles aan het schoonmaken en kookte eten. Hij peddelde af en aan in zijn gammele kanootje, een boomstam die zijn vader tijdens een zeldzame aanval van werklust eens voor hem had uitgehold.

Dat rondvaren deed hij tussen talrijke haaien, maar daar leek hij niet zo van onder de indruk. Toen ik zijn vader vroeg of hij dat niet gevaarlijk vond voor zijn zoon, keek hij vanuit zijn hangmat met een half oog naar de ronddobberende Toei. “Hoezo”, vroeg hij, “onze kinderen kennen de zee en de gevaren toch?” Hij rekte zich uit, gaapte aanstekelijk en draaide zich om.

toei

Delen