Dubbel gevoel
Het is nu voor het achtste jaar dat het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) de kwaliteit van het voorschrijfgedrag van huisartsen toetst. En nog steeds zijn de regionale verschillen in dit voorschrijfgedrag heel groot, vooral bij bloeddrukverlagende middelen. Een aantal huisartsen houdt zich hierbij niet aan de richtlijnen. Vreemd als bekend is dat voorschrijven volgens de richtlijnen hoge geneesmiddel- en zorgkosten voorkomt en de kwaliteit en veiligheid van het medicijngebruik vergroot. En wat jammer dat op patiëntniveau zo weinig bekendheid bestaat over deze materie. Dat de patiënt dus niet weet dat hij op het moment van voorschrijven even de kritische vraag moet stellen: “Is dit wel in overeenstemming met de richtlijnen dokter?”
Het is een goede zaak dat huisartsen die door zorgverzekeraars beloond worden op basis van hun voorschrijfgedrag het best volgens de richtlijnen voorschrijven, zoals IVM concludeert in zijn Monitoring voorschrijfgedrag huisartsen 2013 . Maar Aad Noordermeer vertolkt op Twitter heel treffend de reactie die een publicatie over dit rapport op http://www.farmaactueel.nl bij de lezer uitlokt: Die publicatie heeft als kop ‘Belonen van voorschrijfgedrag huisartsen loont’. Noordermeer (hij is van de NZa, maar Twittert op persoonlijke titel) schrijft hierover: ‘Positief, maar zo’n kop geeft toch een dubbel gevoel’.
Hoe dan ook, IVM-directeur Ruud Coolen van Brakel heeft gelijk als hij stelt dat meer zorgverzekeraars het beleid van Achmea en Zorg en Zekerheid zouden moeten volgen in het belonen van huisartsen voor hoog scoren op voorschrijfindicatoren. Als dit geld moet kosten omdat huisartsen het blijkbaar niet altijd uit zichzelf doen, dan moet dat maar.
2 reacties
Altijd dit soort rapporten zelf lezen en de disclaimer niet vergeten:
“Een beperking van dit onderzoek is dat we geen directe vergelijking van het niveau van de FTO groep met de indicatorscores hebben kunnen maken. Er is gekeken naar de correlatie tussen het percentage FTO-groepen dat op een hoog niveau functioneert en de indicatorscores binnen een tweecijferig postcodegebied. Deze indirecte vergelijking verzwakt vrijwel zeker het positieve verband tussen het niveau van functioneren van de FTO-groep en het effect op het voorschrijfbeleid. Ook is niet bekend of de FTO-groepen de onderwerpen van de indicatoren recent hebben besproken.”
pgn 23.
Verder zijn de 24 indicatoren geclusterd. Op de groepen waar de huisartsen minder op scoren, 8 clusters, kent de NHG geen harde richtlijnen en hebben huisartsen ruimte voor eigen beleid. Op de groepen, 5 stuks, waar de NHG richtlijn streng is, voldoen de artsen ruim voldoende.
Op de overige 11 indicatoren is er geen verschil.
Dus waar gaat dit over?
De kop dekt de lading niet.
En waarom is dat? IVM is als de fabrikant van WC Eend: pg 8: Stimuleer het gebruik van de informatie die de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen biedt. En dat advies copy paste voor huisartsengroepen, apothekersorganisaties en verzekeraars.
En klaar is Ruud Coolen van Brakel.
Stimuleren van doelmatig voorschrijven kent de klassieke wortel en stok methode, alleen is de wortel toebedeeld aan de huisartsen en de stok aan de apothekers: huisartsen krijgen een bonus en de apothekers een malus als de huisartsen de indicatoren niet halen. Tevens worden de apothekers financieel gekort om de bonus aan de huisartsen te kunnen betalen. Niet voor niets zijn deze ‘wortel-stok’ contracten van de slechtste contracten van alle contracten die apothekers krijgen opgedrongen; altijd redelijk en billijk en daarom niet onderhandelbaar.
Heeft met prestatie bekostiging helemaal niets te maken.
Maar daar twittert de NZa niet over. Ook niet op persoonlijke titel.
anh jansen
15 november 2013 / 09:14Bonus? Ik heb blijkbaar iets gemist….
G K Mitrasing
15 november 2013 / 10:56