Een beetje Philips

Over één ding zijn Ella Kalsbeek, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging, en directeur Daan Kerklaan van zorggroep Zorroo het eens: de substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn verloopt nog niet bepaald soepel. Maar los van deze constatering lopen hun standpunten behoorlijk uiteen. Toen ik Kalsbeek een paar maanden geleden interviewde voor De Eerstelijns, stelde zij dat ideeën vanuit de eerste lijn voor substitutie van zorg te weinig gehonoreerd worden. “De zorgverzekeraars willen businessplannen van een professionaliteit die je mag verwachten van een bedrijf als Philips, maar niet van huisartsen”, zei ze.

Hoe anders is het geluid van Kerklaan, die ik recent interviewde voor Zorgvisie ICT. Hij zegt: “Weliswaar worden niet alle plannen gehonoreerd die we indienen bij onze belangrijkste zorgverzekeraars CZ en VGZ. Maar we kennen hun afzonderlijke speerpunten op het gebied van visie en innovatie. Dat geeft ons houvast om in ieder geval een deel van onze plannen wel van de grond te krijgen.”

Het geheim, stelt Kerklaan, is een overtuigende businesscase schrijven die duidelijk maakt dat je plan bijdraagt aan betere gezondheid, hogere kwaliteit van zorg en betaalbare zorg. Een beetje Philips durven zijn dus. En in je planontwikkeling denken in termen die aansluiten bij de belevingswereld van de partij voor wie je plan bedoeld is. Wie hierbij invult ‘dansen naar het pijpen van de zorgverzekeraar dus ’ begrijpt mij verkeerd. Met de partij voor wie je plan bedoeld is, bedoel ik natuurlijk de verzekerde. Degene uit wiens naam de zorgverzekeraar de zorg inkoopt en voor wie de eerstelijns zorgaanbieder die substitutie tot stand wil brengen.

Delen