Een grens trekken
Kankerpatiëntenorganisaties voelen zich in de kou gezet. Ze zijn het oneens met de beslissing van minister Ernst Kuipers om een nieuw geneesmiddel, tegen een bepaalde vorm van borstkanker die jonge mensen treft, niet op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering.
Hun kritiek is begrijpelijk. Maar het punt is dat de beslissing van de minister niet minder begrijpelijk is. Kuipers stelt dat hij een grens wil trekken. Hij doet dit in een discussie over de prijs van dure geneesmiddelen die al jarenlang speelt. En de grens die hij nu trekt, treft toevallig dit middel, maar het had net zo goed een ander nieuw kankergeneesmiddel kunnen zijn voor een andere toepassing.
‘Dure nieuwe geneesmiddelen voor vaak kleine patiëntgroepen’
Met verwijzing naar de publicatie eerder deze week van IKNL vraagt nu ook internist-oncoloog Gabe Sonke expliciet aandacht voor het feit dat nieuwe kankermedicijnen in verhouding tot de hoge prijs patiënten slechts zeer beperkte levensverlenging bieden.
In het specifieke geval van dit nieuwe geneesmiddel tegen borstkanker gaat het om 5,4 maanden, tegen een kostenpost per patiënt van bijna € 69.000 euro. Wie hier tegenover stelt dat het slechts om een beperkte patiëntengroep gaat – naar verwachting 139 patiënten per jaar – heeft gelijk. Maar gelet op het feit dat er steeds meer dure nieuwe geneesmiddelen op de markt komen voor specifieke en daardoor vaak kleine patiëntgroepen, is de conclusie ‘dus moet het gewoon wél vergoed worden’ toch wat te gemakkelijk.