Eerstelijnszorg

Na elf jaar is de tijd gekomen om mijn taak als bestuurslid van Vereniging VvAA neer te leggen. Dit is mijn laatste column voor Arts en Auto. Ik wil hierin graag terugkijken op enkele ontwikkelingen in de eerstelijnszorg en ook werp ik een blik in de toekomst.

De afgelopen jaren zijn in de eerstelijnszorg veel nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Kwaliteitsbeleid en taakdelegatie veranderden de spoedzorg en de chronische zorg (ketenzorgprogramma’s). De huisartspraktijk werd langzaamaan een bedrijf, verantwoordelijk voor vraaggestuurde zorg, geleverd door de huisarts, en chronische zorg, grotendeels geleverd door de POH. Ook kwamen er meer taken bij, zoals jeugdzorg en preventieve zorg. Dat alles vraagt om inzet van extra personeel en om aandacht voor een goede organisatie. De opleidingen doen hun best daarin te voorzien. En ook VvAA is op dit terrein actief.

Voor de toekomst zie ik nog andere uitdagingen

Voor de toekomst zie ik nog andere uitdagingen. Daarbij wil ik in de eerste plaats focussen op de patiënt. We moeten ons realiseren dat op dit moment relevante (specialistische) kennis voor elke patiënt via internet toegankelijk is. Nu blijkt dat ‘bij kennis kunnen komen’ nog wel iets anders is dan ‘kennis kunnen begrijpen en kunnen toepassen’. Dat wringt soms. Volgens mij ligt er voor zorgverleners een taak om in de komende jaren de bevolking te helpen om op een goede wijze toegang te krijgen tot relevante medische kennis.

Een andere groep waarop we ons moeten richten, zijn de mantelzorgers. Het zou mooi zijn wanneer er vanuit de eerstelijns zorgcentra programma’s voor onderwijs en ondersteuning worden opgezet. Op die manier krijgen patiënten die het nodig hebben gemakkelijker goede mantelzorg in de thuissituatie en worden de zorgprofessionals in hun handelen zo goed mogelijk ondersteund in de lijn die zij willen. Dit lijkt me een ultieme uitdaging voor de zorg en tegelijk een echte win-win situatie.

Delen