Einde vrijblijvendheid

Edith Schippers (VWS) liet zich van haar sterkste kant zien in het Kamerdebat over de verloskundige zorg. Ze zwichtte niet voor de politieke roep om in te grijpen en zei letterlijk: “Ik sluit geen afdelingen en ik open geen afdelingen.” Klare taal. En gelijk heeft ze, want het veld is nu aan zet om de verloskundige zorg te versterken.

Dat veld is onder voorzitterschap van Chiel Bos verenigd in het College Perinatale Zorg (CPZ), dat normen heeft opgesteld over hoe de zorg moet worden verleend, onder de noemer ‘einde vrijblijvendheid’. Bij de uitvoering van die normen gaat het niet om de vraag of kleine ziekenhuizen de verloskundige zorg beter leveren dan grote, zoals de Vereniging Algemene Ziekenhuizen recent op basis van onderzoek meldde. Bos: “Het gaat niet om het ziekenhuis, maar om de totale keten van samenwerking van alle professionals. Het ziekenhuis is daar een onderdeel van. Zijn in de keten 24/7 alle facetten van verantwoorde verloskundige zorg geborgd, dan is het ziekenhuis dat daarin een rol speelt de juiste partij.”

Zonder slag of stoot gaat dit niet. Nog steeds komt het voor dat ziekenhuizen met de gynaecologen samenwerkingsafspraken maken en dat op basis daarvan de contractering met de zorgverzekeraars tot stand komt. De verloskundigen worden dan geconfronteerd met deze uitkomst. “Die staan dan bij de Tweede Kamer om te demonstreren, maar ze moeten bij het CPZ zijn”, zegt Bos. “De zorgverzekeraars zijn een onderdeel van het CPZ, dus wij kunnen hen erop aanspreken dat ze hun werk opnieuw moeten doen en ervoor moeten zorgen dat de verloskundigen een gelijkwaardige partij worden in de contractering.”

Delen