Eindelijk substitutie
Zorgverzekeraars VGZ en CZ willen gaan experimenteren met wat zij het systeem van populatiebekostiging noemen. Hiermee bedoelen ze dat ze de huisartsen en de ziekenhuizen in een regio één budget willen geven, afgestemd op de kenmerken van de inwoners van die regio. Die huisartsen en ziekenhuizen gaan dan samen met de andere zorgaanbieders kijken hoe ze dat budget het best kunnen inzetten. Werken ze binnen budget, dan mogen ze een derde van het overgebleven geld in eigen zak steken.
De initiatiefnemers stellen dat zorgaanbieders met die financiële compensatie niet alleen geld verdienen als ze patiënten behandelen, maar ook als ze behandeling achterwege laten wanneer die niet nodig is. Dat is natuurlijk ook zo. Alleen zal deze verdienste vooral voor de ziekenhuizen lager zijn dan wat die verdienen als ze dat ene onderzoek toch maar even wél doen.
De ziekenhuizen zullen dus op het oog de dupe zijn van dit financieringssysteem. We weten immers dat veel overbodige en dubbele onderzoeken plaatsvinden. We weten ook dat huisartsen heel veel zorgvragen kunnen beantwoorden zonder de noodzaak van doorverwijzing naar de tweede lijn. En we weten dat eerstelijnszorg goedkoper is dan ziekenhuiszorg. Het enige dat zorgaanbieders in de weg staat om hiernaar te handelen, is een financiële prikkel. Populatiebekostiging zet alle prikkels op de juiste plaats.
Behalve voor de ziekenhuizen dus? Nee. Nu gezondheidszorg steeds meer ouderenzorg wordt en ouderen steeds vaker te kampen hebben met multimorbiditeit, neemt de zorgvraag zodanige vormen aan dat de huisarts het werk niet meer alleen aan kan. Het ziekenhuis als aanbieder van zorg dichtbij – relatief eenvoudige zorg maar toch te specialistisch om in de eerste lijn te verrichten – krijgt in dit systeem alle ruimte. Het ziekenhuis zal er dus door veranderen, maar zal er niet slechter van worden.