Elke dag een turingtest

Achter mijn computer voer ik een onafgebroken strijd om te bewijzen dat ik geen robot maar een mens ben. Een écht mens die kan klikken op alle plaatjes met een stoplicht, al zijn die moeilijk zichtbaar in de gepixelde schaduwen. Ik ben een mens die er minutenlang over doet om in te loggen, omdat ik eerst mijn telefoon moet zoeken waarop een code zou zijn binnengekomen. Ik ben een mens die alle cookies gedachteloos accepteert. Een mens die moeilijke passwords kan verzinnen, een mens die meer is dan algoritmes en data.

Elke dag is een turingtest, een check om onderscheid te maken tussen mensen en machines. Het is een noodzakelijke beveiliging die mij beschermt tegen de digitale onderwereld. Maar de tests worden uitgebreider. Het verschil tussen mensen en machines wordt moeilijker te detecteren. Computers kunnen veel dingen beter dan wij: ze kunnen sneller rekenen, beter schrijven en raken nooit vermoeid om stoplichten te herkennen.

In elke zweem van twijfel zit iets menselijks

Dat bleek ook toen een Britse wetenschapper wilde achterhalen of studenten hadden gefraudeerd met hun essay. Hadden ze het zelf geschreven of gebruikten ze kunstmatige intelligentie zoals ChatGPT of Gemini? De beste deskundige is ChatGPT zelf, zo dacht deze wetenschapper. Het oordeel van ChatGPT: de mooie, bijna perfecte teksten zijn door een computer geschreven. De slechte teksten, vol fouten en met een rommelige structuur, zijn van mensen. Zo zijn mensen. In elke spelfout, elk vergeten wachtwoord en elke zweem van twijfel zit iets menselijks.

In kunst zijn het juist de twijfel en de fouten die mij als toeschouwer raken. Het is confronterend om de rauwe randjes te zien waarvoor ik normaal mijn hoofd wegdraai. Ik word gedwongen om na te denken als een kunstenaar over de schreef gaat. Het blijft een menselijke taak om te rammelen aan de grenzen.

Delen