Feest?

De KNMG vierde haar 170-jarig bestaan, maar was er ook reden tot feestvreugde? Vier sprekers spraken in het plenaire middagdeel hun verwachting uit over de rol van de arts in 2040. Zowel Marian Kaljouw (Nederlandse Zorgautoriteit) als Ruben Wenselaar (Menzis) zeiden dat dan geen schotten meer bestaan in de zorg. Artsen doen alleen nog alles wat bijdraagt aan de gezondheid van mensen. Volgens Wenselaar doen ze dit allemaal in loondienst. Hoe komt die verandering tot stand? Door het gewoon te doen, stelde Kaljouw. En ze noemde de Amsterdam-Noordse Krijtmolenalliantie als goed voorbeeld.

Het klonk allemaal hoopvol en haalbaar. Maar Desirée Hairwassers liet ’s ochtends in haar sessie De patiënt in 2040 een heel ander geluid horen. In de voorbereiding had zij via Twitter gevraagd “Wat moet er in ieder geval in?” Het antwoord dat ze het meest kreeg, was: dat een mens meer is dan zijn ziekte alleen en dat hij vooral gezien wil worden.

Desirée Hairwassers ziet problemen eerder groter worden dan kleiner

In het verlengde daarvan noemde zij in haar presentatie een aantal dingen die haar zorgen baren. Het gegeven dat niet de patiënt maar het dossier centraal staat. Het doorschieten van het samen beslissen in een arts die tegen een patiënt zegt: “Zegt u het maar, wilt u die chemo of niet?” Het loketdenken. Het niet durven afwijken van protocollen en richtlijnen. Geen hoopvol verhaal, zei ze zelf afsluitend. “Maar ik zie de problemen eerder groter worden dan kleiner”, voegde ze eraan toe. Velen met haar.

Alle betrokkenen moeten over hun schaduw heen stappen om het tij te keren, hoorden we ’s middags. Uitgaand van de veronderstelling dat ze allemaal hetzelfde belang zeggen te hebben – de patiënt – zou dat snel tot het gewenste resultaat moeten leiden. Alleen zien we het buiten Amsterdam-Noord nog niet zo veel gebeuren.

Delen