Gedeelde zorg

Brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland stelt in een persbericht dat zorgverzekeraars staan voor continuïteit in de farmaceutische zorg en dat verzekerden hen op hun recht op goede farmaceutische zorg kunnen aanspreken. Het debat over de openbare farmacie is hiermee een nieuwe fase ingegaan, waarin ook de zorgverzekeraars voorsorteren om als discussiepartners het toneel te betreden. Dat is lange tijd niet nodig geweest omdat het preferentiebeleid precies deed waarvoor het bedoeld was.

ZN is nuchter genoeg om eraan toe te voegen dat het niet aan zorgverzekeraars is om tegen elke prijs alle apotheken te contracteren en dat contractering de verantwoordelijkheid is van de individuele contractpartijen. Maar het ziet ook in dat afzonderlijke zorgverzekeraars wel samen met de betrokken partijen in actie zullen moeten komen als de zorg ergens niet meer kan worden gegarandeerd.

De berichtgeving van apothekencoöperatie Napco van eerder deze week maakt duidelijk dat dit moment zich weleens snel kan aandienen. Napco stelt dat ruim zeshonderd zelfstandige apotheken in grote financiële problemen dreigen te komen door het preferentiebeleid. Als die beginnen om te vallen, ontstaan snel genoeg gaten in de continuïteit van het zorgaanbod. Ook de recente berichtgeving over groothandel Brocacef – die stopt met de levering van duizend preferente geneesmiddelen omdat het niet rendabel meer is – is een teken aan de wand. Het ligt immers voor de hand dat andere groothandels zich ook beraden op hun positie.

De problemen kunnen tot een kookpunt komen als farmaceutische bedrijven gaan beslissen dat de investering om bepaalde geneesmiddelen die uit patent komen als generieke variant op de markt te kunnen brengen, niet meer de moeite loont. Sommige farmaceutische bedrijven waarschuwen hier al voor. En als ze die waarschuwing omzetten in daden, gaat het preferentiebeleid écht aan zijn eigen succes ten onder. Met alle gevolgen van dien.

Delen