Gedeelde zorg
Brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland stelt in een persbericht dat zorgverzekeraars staan voor continuïteit in de farmaceutische zorg en dat verzekerden hen op hun recht op goede farmaceutische zorg kunnen aanspreken. Het debat over de openbare farmacie is hiermee een nieuwe fase ingegaan, waarin ook de zorgverzekeraars voorsorteren om als discussiepartners het toneel te betreden. Dat is lange tijd niet nodig geweest omdat het preferentiebeleid precies deed waarvoor het bedoeld was.
ZN is nuchter genoeg om eraan toe te voegen dat het niet aan zorgverzekeraars is om tegen elke prijs alle apotheken te contracteren en dat contractering de verantwoordelijkheid is van de individuele contractpartijen. Maar het ziet ook in dat afzonderlijke zorgverzekeraars wel samen met de betrokken partijen in actie zullen moeten komen als de zorg ergens niet meer kan worden gegarandeerd.
De berichtgeving van apothekencoöperatie Napco van eerder deze week maakt duidelijk dat dit moment zich weleens snel kan aandienen. Napco stelt dat ruim zeshonderd zelfstandige apotheken in grote financiële problemen dreigen te komen door het preferentiebeleid. Als die beginnen om te vallen, ontstaan snel genoeg gaten in de continuïteit van het zorgaanbod. Ook de recente berichtgeving over groothandel Brocacef – die stopt met de levering van duizend preferente geneesmiddelen omdat het niet rendabel meer is – is een teken aan de wand. Het ligt immers voor de hand dat andere groothandels zich ook beraden op hun positie.
De problemen kunnen tot een kookpunt komen als farmaceutische bedrijven gaan beslissen dat de investering om bepaalde geneesmiddelen die uit patent komen als generieke variant op de markt te kunnen brengen, niet meer de moeite loont. Sommige farmaceutische bedrijven waarschuwen hier al voor. En als ze die waarschuwing omzetten in daden, gaat het preferentiebeleid écht aan zijn eigen succes ten onder. Met alle gevolgen van dien.
3 reacties
Vraagt Frank van Wijck nu om een bodemprijs voor generieke middelen? En ook nog een wereldwijd vastgestelde prijs?
Alle generieke middelen komen nu uit China, Pakistan, India en Vietnam. Vrij handelsverkeer. En dat wil Frank van Wijck aan banden leggen? De WTO ziet Frank van Wijck graag verschijnen om zich voor deze onzin te verantwoorden.
Nederland is niet het centrum van de wereld en de problemen van de openbare apotheken hebben niets te maken met de preferentie of prijsstelling van geneesmiddelen.
Sinds 2012 zijn de tarieven voor de openbare apotheken gescheiden in twee tarieven: 1 tarief voor de zorgfunctie van de apotheek en een ander tarief voor de materiaalkosten. Beiden dienen voor de apotheek kostendekkend te zijn. Onafhankelijk van elkaar. En op individueel niveau. Zo is de WMG systematiek. Het is aan de toezichthouder om te beoordelen of de ‘gereguleerde’ markt zijn werk doet en of partijen zich houden aan de WMG wet en regelgeving. Te beginnen bij de NZa zelf.
Beide tarieven zijn niet kostendekkend. Een nul-tarief is per definitie niet kostendekkend. Daar moet je geen Einstein voor zijn om dat in te zien. Toch dwingen verzekeraars, met instemming van toezichthouders, zorgaanbieders tot het afsluiten van contracten met gemengde financiering en tegen nul-tarief. Gekker kan het niet worden zou je denken.
Evident is dat de WMG systematiek door diverse partijen op grove wijze wordt geschonden en dat de Nza bewust de andere kant op blijft kijken. Tot de “piep”.
De “piep” bestaat in de ogen van de zorgverzekeraars uit het definitief sluiten van de deuren van zorgaanbieders en of dat effect heeft voor het vervullen van de wettelijke zorgplicht voor zorgverzekeraars; zij hebben als enigen de zorgplicht. Niet de leveranciers, de importeurs, de fabrikanten, de groothandels, de apotheken of welke zorgaanbieders dan ook.
Het is in het Nederlands model dan ook de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars om in dit geval de farmakolom in stand te houden of in te richten naar hun welbevinden zodat zij aan de minimum normen van hun zorgplicht kunnen voldoen.
Als private commerciele ondernemingen gaan verzekeraars voor maximum verschil tussen ontvangsten en uitgaven. Het zijn geen altruistische ondernemingen. Eigen onderneming eerst geldt voor alle bedrijven en bureaucratien.
In alle andere rijke landen op deze wereld is het de Overheid die de farmakolom reguleert wegens het gevaar de farmaceutische zorg uitsluitend te zien als laagste prijs van het doosje. In die valkuil zijn de Nederlandse zorgverzekeraars en toezichthouders gevallen.
Preferentie is een gegeven. Wereldwijd toegepast. Maar dan door de Overheid zelf die als centrale inkoper altijd de laagste prijs behoort te krijgen. Je moet het slim inrichten en als Overheid wel je verantwoordelijk durven en willen nemen. Noorwegen, Denemarken en Engeland laten zien hoe het moet en kan.
Maar dan wel losgekoppeld van het bedrijfsinkomen van de apotheken en groothandels: die krijgen een budget per bestelregel of wat dan ook om in hun bedrijfsvoering en maatschappelijke functie te kunnen voorzien.
KNMP e.a. moeten dan ook stoppen met zeuren en zagen over preferentie. Zij moet doen wat een koepel in dit krankzinnige land kan en moet doen: de WMG systematiek handhaven of doen handhaven als de toezichthouder faalt; bij de CBb rechter aanbellen.
De KNMP heeft de sleutel in handen: de centrale prijsljist in de vorm van Z-index KNMP. Private uitgave. Trek die lijst in en de verzekeraars moeten wel overgaan op een Ververzekeraars Verkoop Prijs! Die prijs moet de hele farmakolom dekken!
Volgens de WMG moet de prijs marktconform zijn en in overleg tussen verzekeraars, overheid en industrie tot stand komen. Dat is nu niet het geval. Verzekeraars verschuilen zich achter het begrip AIP; uit de ziekenfondstijd! Apotheek Inkoop Prijs. Die is sinds 2006 niet meer geldig, maar wordt wegens gebrek aan alternatieven nog steeds gebruikt/misbruikt. De KNMP laat het gebeuren.
De huidige prijs is in essentie de Af India Prijs. Fabrikanten gaan uit van eigen kosten en eigen winstopslag. Vergeten de kosten voor de overige deelnemers in de kolom verderop. Groothandels passen de truc toe van naheffing op leveringen aan apotheken. Die betalen die uit de inkomsten uit de zorgtarieven. Spiraal neerwaarts is al sinds 2008 ingezet. Daar hoef je geen Einstein voor te zijn om dat te begrijpen.
Wachten is op de ‘piep” of op intreden van voortschrijdend inzicht bij de eindverantwoordelijken voor deze waanzin.
De topambtenaar en absoluut eindverantwoordelijke hoeft zich sinds het Pikmeer Arrest geen zorgen te maken en dat is te merken aan zijn optredens op symposia, congressen, feesten en partijen.
De man van “au’. Hugo Hurts.
De Overheid doet niets zegt hij en maakt ondertussen 5 regels per dag alleen al voor de openbare farmacie.
Veranderingen gaan gepaard met ‘au’ zegt Hugo.
Veranderingen doorgedrukt door de Overheid en constant veranderd en aangepast door diezelfde Overheid.
Dat maakt Hugo, de man van ‘au’, Hurts tot eindverantwoordelijke.
Eerst maar eens de Z-index prijslijst intrekken. zien wat de man van ‘au’ dan gaat doen.
En stoppen met LSP/EPD en iedere ander initiatief zonder eerst vooraf de financiering te regelen op harde en sluitende wijze.
LSP/EPD voor 1 cent per wmg regel willen financieren? Daar moet je een verzekeraar voor zijn om dat te willen.
Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten geldt niet voor verzekeraars. Die gaan voor de laatste cent en komen dan nog met een naheffing.
Niet het preferentie beleid gaat aan zijn eigen ‘succes’ ten onder maar het hele krankzinnige systeemmodel Zorgstelsel 2006!
De stand bij de verzekeraars is ondertussen opgelopen tot 12 miljard aan financiele reserves. Dood geld. Wat een ‘succes”?
ANH Jansen
5 oktober 2012 / 17:28Hoewel preferentiebeleid een Nederlands woord is, kampen alle farmaceutische bedrijven met het gegeven dat ze handelen in landen die zoeken naar kostenbeheersing van de uitgaven aan gezondheidszorg. In Nederland en Engeland heeft dit proces zich al voltrokken, Duitsland zit er middenin en andere landen zullen volgen. Dat is zo simpel als één en één is twee.
“De problemen van de openbare apotheken hebben niets te maken met preferentie?” Ik ken openbare apothekers die er anders over denken.
Frank van Wijck
6 oktober 2012 / 10:31In Denemarken voert de Overheid het preferentie beleid uit: aanbestedingen per kavel. Gaat per 14 dagen voor heel Denemarken tot per 3 maanden voor specifieke gebieden.
In Noordwegen doet de Overheid ook het preferentie beleid uitvoeren; daar gaat het per tranche; per 4 – 6 maanden gaat de prijs omlaag. Ook weer door aanbestedingen waarop partijen kunnen inschrijven. De leveranciers in die landen zijn allen multinationale ondernemingen of gewiekste innovatieve producenten die iedere keer een goedkoper versie op de markt brengen van hetzelfde middel. Om nu een bodemprijs te willen invoeren is het paard achter de wagen spannen en in strijd met iedere WTO regel. In de prijsval van de producten zit dan ook het probleem niet.
De vergoeding van de werkzaamheden van een apotheek zijn in die landen (en in alle overige landen) gescheiden van de distributie van de geneesmiddelen. Dat is het fundamentele verschil met de situatie in Nederland, waar verzekeraars en overheid er van uit gaat dat in de distributie kolom voldoende lucht zit om de apotheek te betalen, ook na afromen van kortingen en bonussen middels de claw back.
De beleidsregel van de NZa per 2012 hield juist die scheiding in: een tarief voor de zorg, vrij onderhandelbaar tussen apotheek en verzekeraar en een apart tarief voor de materiaalkosten; dat is onderhandelbaar tussen fabrikant, importeur, groothandel, overheid en verzekeraar. De apotheek kan daar niet tussen zitten wegens de WGP en GVS problematiek; zie tekst boven.
Helaas denken de verzekeraars en sommige apothekers en de KNMP hier anders over. De toezichthouder NZa weet van het probleem en geeft de klagende eenpitter gelijk, maar verwijst naar GMT VWS voor de actie. De eindverantwoordelijk ambtenaar weigert in te grijpen: hij kijkt toe en maakt zich zorgen hoe zijn bedenksel uitpakt.
Preferentie beleid heeft zodoende niets te maken met de problemen bij de apotheken. De vergoeding voor de te leveren zorg is niet kostendekkend en ook de vergoeding voor de materiaalkosten is niet kostendekkend en dat moeten ze volgens de WMG systematiek en de beleidsregel van de NZa wel zijn.
Wat te doen als de toezichthouders hun werk niet doen?
ANH Jansen
6 oktober 2012 / 12:56