Geen nood

De rechter moest eraan te pas komen om bij de Nederlandse Zorgautoriteit af te dwingen dat ze een beleidsregel met bijbehorende maximumtarieven zou vaststellen voor Zorg op afroep. De NZa wilde dit niet omdat ze vreesde voor verwarring met de eigen huisarts, afstemmingsproblemen met de spoedeisende hulp en medisch specialisten, en risico’s voor de beschikbaarheid van zorg. Die risico’s moesten eerst maar eens in kaart gebracht worden door met Zorg op afroep te experimenteren, vond de NZa. Maar de rechter zag dit dus anders.

Is dit erg? Ik denk dat het meevalt. De Landelijke Huisartsen Vereniging is tevreden over het feit dat de Zorg op afstand geen huisartsenzorg mag heten, maar vreest wel onduidelijkheid voor de patiënt. Of die echt ontstaat, zal voor een belangrijk deel afhangen van hoe de organisatie SOS Arts, die de nieuwe zorgvorm levert, communiceert met haar potentiële klanten. Maar de marketinginspanningen van SOS Arts kunnen de huisartsen ook inspireren zelf hun USP’s beter voor het voetlicht te brengen. Twee springen in het oog: het feit dat ze de patiënt en diens dossier kennen en het gegeven dat hun werk tot de verzekerde zorg behoort. Bij SOS Arts betaalt de klant tussen de 70 en 110 euro. Dat zal veel mensen afschrikken.

De vrees dat de zorg die voor iedereen toegankelijk moet zijn, alleen nog beschikbaar zal zijn voor de rijken, deel ik niet. De huisarts en huisartsenpost blijven beschikbaar voor iedereen. Wie geen zin heeft daar naartoe te gaan, kan zijn portemonnee trekken en een arts aan huis ontbieden. Niet per se een huisarts, en in ieder geval een zorgverlener met wie hij geen enkele binding heeft. Niets om bang voor te zijn, lijkt me.

Delen