Geen recht van spreken
Arts-microbiologen van zes academische en topklinische ziekenhuizen stellen dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn doel voorbij schiet met infectiepreventie. De IGZ dwingt hen tot dure, onbewezen en soms irrelevante maatregelen, vinden ze. De enige ter zake doende reactie op dit bericht die ik heb gelezen, komt van Wim Schellekens, voormalig hoofdinspecteur van de IGZ. “Vreemd”, stelt hij op Twitter, “de toezichtnormen komen van het veld zelf.”
Dat de IGZ strenger wil optreden op het gebied van infectiepreventiebeleid in ziekenhuizen, is volkomen terecht. Haar in december 2013 verschenen rapport heeft niet voor niets de titel meegekregen: Keten van infectiepreventie in ziekenhuizen breekbaar: meerdere zwakke schakels leiden tot onveilige zorg. (pdf) In dit rapport legt de IGZ in heldere bewoordingen de teleurstellende resultaten vast van onderzoek in ziekenhuizen naar de vraag of zij voldoende voorbereid zijn op de toenemende resistentieproblematiek. “Zelfs heel basale richtlijnen op het gebied van persoonlijke hygiëne worden zelden in het gehele ziekenhuis goed nageleefd”, schrijft de IGZ. Een beeld dat voor iedereen herkenbaar zal zijn. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is de handenwasprocedure. Zolang professionals zelfs niet in staat zijn zich consistent aan deze simpele maatregel te committeren, hebben arts-microbiologen geen recht van spreken als de IGZ de ziekenhuizen erop wijst dat zij de patiëntveiligheid beter moeten waarborgen.