Geen woorden

Deze zomer overleed Bibian Harmsen, net 41 jaar oud, aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Ze was echtgenoot, moeder van drie jonge kinderen, singer-songwriter met een eigen platenlabel, kok op feitelijk professioneel niveau; en iemand – weten we nu pas, nu het eigenlijk te laat is – die prachtig kon schrijven. Daarnaast was Bibian ook nog vormgever bij Medisch Contact, en daar ook ontwerper van de nieuwe basisstijl die in 2010 bijdroeg tot de toekenning van de prestigieuze LOF-prijs voor vakinformatie.

Zelf leerde ik haar een jaar of vier geleden kennen als collega in de wereld van makers van tijdschriften voor artsen, maar al snel werd dit een vriendschap die vooral stoelde op onze gedeelde liefde voor (pop)muziek. Zij ook was het die mij, door haar grootste muzikale passie, ‘terugbracht bij The Beatles’, zoals ik dit formuleerde in een opdracht voorin mijn nieuwe boekje over The Beatles en The Rolling Stones – dat er zonder haar ook niet zou zijn gekomen.

Van een heel andere orde en gewicht is het boek dat Bibian zelf schreef, in die acht maanden tussen het horen van de diagnose en haar overlijden eind juli. Het heet Paniekspinnen¸ en is nu al, kort na verschijning, toe aan een zeer terechte tweede druk.

Dit openhartige relaas van ‘een jaar zonder einde’ was gebaseerd op de weblog die Bibian vanaf het begin van haar lijdensweg is gaan schrijven, en die haar al snel een indrukwekkend aantal volgers en lezers bezorgde. Waaronder ook ik zelf, en vandaar dat ik bij lezing van de boekuitgave vooral ben gaan letten op aspecten waar ik eerder niet speciaal acht op sloeg. Zoals hoe Bibian schrijft over de medisch professionals met wie zij plotsklaps zo intens te maken kreeg.

Schokkende dingen komen hieruit niet naar voren. Geen ‘medische missers’ of ‘tekortschietende communicatie’. Hooguit die aios die bij de leverpunctie niet de moeite neemt om een kauwgumpje uit zijn mond te halen. En een ziekenhuismaaltijd, tjaptjoi met mie, die Bibians goedkeuring niet kan wegdragen (maar verder ‘is iedereen hier superlief, zorgzaam en attent’). Dat is het wel zo’n beetje.

Behalve dit dan. Regelmatig krijgt Bibian informatie van haar oncologen, over haar toestand en perspectieven, die ze zelf – veelbetekenend bedoeld, denk ik – tussen aanhalingstekens zet. De pijn die haar ‘van tevoren was verkocht’ als een ‘onaangename pijnsensatie’. De oncoloog die ‘diverse scenario’s’ wil bespreken, waar ze zelf juist ‘helemaal geen zin’ in heeft. De ‘gekmakende manier’ waarop artsen spreken over ‘levensverlenging’, alsof, schrijft Bibian, ‘het over een voetbalwedstrijd gaat’. Dr. R. die zegt “Ik heb niet veel tijd meer”, na het meten van de uitzaaiingen – “En hij had het over mij”.

Wat ik hierin vooral lees, is niet zozeer kritiek. Wie alleen maar slecht nieuws te melden heeft, en Bibian Harmsen kreeg alléén maar slecht nieuws, kan nog zo veel cursussen en trainingen volgen, maar zal toch onvermijdelijk af en toe vervallen in ongelukkige eufemismen en onbedoelde onhandigheden. En hoe kan het ook anders, bij een rampspoed en een treurnis waar in wezen geen woorden voor zíjn?

Delen