Gewoon ‘niets doen’?
Vroeger heette het ‘bij twijfel niet doen’, nu is het ‘bij twijfel, iets doen’. Dit is wat er mis is met de gezondheidszorg. Vindt althans een hoogleraar in de ‘zorgethiek’ die in een recente opiniebijdrage voor de Volkskrant verslag deed van een bezoekje aan een cardioloog.
Haar klacht was druk op de borst, maar na een inspanningstest stelde de arts vast dat ze niks aan haar hart mankeerde. Om vervolgens toch bètablokkers en een CT-scan voor te willen schrijven. Of, en zo ja: hoe precies, hij dit voorstel motiveerde, komen we als lezer niet te weten – wat vragen oproept over de volledigheid van dit verslag, waarin deze specialist wordt neergezet als een wel érg extreme hork.
Maar wat hier telt zijn niet de details van dit consult, maar de generalisatie die eraan wordt vastgeknoopt: dat dit voorval symptomatisch is voor een ‘overdreven behandelcultuur’, die de oorzaak is van ‘de uit de hand lopende uitgaven van zorg’.
Nou is het inderdaad een feit dat de stijging van de zorguitgaven vooral komt door een stijging van aantallen onderzoeken en behandelingen. Dus niet door hogere tarieven, en evenmin trouwens door de vergrijzing. Maar gewoon doordat er steeds meer mogelijk is, en doordat er in ons nieuwe zorgstelsel, zoals ingevoerd in 2006, wordt betaald voor verrichtingen als zodanig. En niet voor kwaliteit en resultaat.
Vandaar ook dat Ab Klink, die de zorgpraktijk leidt bij consultancy Booz & Company, onlangs tekende voor een rapport met als titel Kwaliteit als medicijn. Ook hierin wordt veel nadruk gelegd op het probleem van ‘overbehandeling’ (in de ziekenhuiszorg), en worden mogelijke besparingen hierop in het voorzicht gesteld van wel 4 tot 8 miljard euro op de 30 miljard die nu naar curatieve zorg gaat.
Op mij komen die getallen nogal érg hoog over. En bij het doemscenario van – als er niks verandert – in 2040 liefst 22 procent van het BBP naar zorguitgaven, denk ik stiekem: en wat dan nog? Maar dit neemt niet weg dat het Booz-rapport wél heldere en concrete argumenten brengt, zoals het fenomeen van de in Nederland opvallend hoge praktijkvariatie. Plus gelukkig ook de nodige nuance: het constateren van een te hoge volumegroei is niet bedoeld als ‘aanklacht tegen de professionele integriteit van zorgverleners’, en we moeten niet vergeten ‘hoe groot het grijze gebied bij een indicatiestelling is’.
Aan dit soort nuancering heeft die professor in de Volkskrant helemaal geen boodschap: het ontbreekt ons aan gewoon ‘moedige dokters’, die gewoon durven zeggen ‘bij twijfel niet doen’. Dan denk ik alleen maar: Ligt dit nou alleen aan die mevrouw? Of spreekt hier, tenenkrommend kort door de bocht, die hele ideeënwereld die zich zorgethiek noemt?
1 reactie
Marjolein zegt:Ja, zo loop ik ook altijd met mijn neus in de beeomln. Daarom valt het me meteen op dat 16 geen brem is maar vermoedelijk rolklaver. 14 is zeker meidoorn, maar bij 9 ziet het blad er heel anders uit, daar twijfel ik. De lavendel is Lavendula stoechas, een lavendel uit het middellandse zeegebied. In Nederland overleeft ie (bij mij in elk geval) de winter niet.Een heide-expert ben ik helaas niet. En de veelkleurige variatie aan koolbloemen verraste me![]
Bren
21 november 2012 / 21:10