Politiek

Het RIVM deed onderzoek naar de plaats van personalized medicine in de medische praktijk. De uitkomst laat zich lezen als: we weten vooral hoeveel we nog niet weten. Dat is ook niet zo vreemd als je bedenkt dat we nog niet eens weten of het testen van een persoon op een erfelijke eigenschap ook echt de behandeling verbetert. Het onderwerp is complex en vergt veel onderzoek.

Dit vraagt om een infrastructuur waarin voldoende tijd bestaat voor onderzoek, waarin voldoende middelen beschikbaar zijn en waarin voldoende patiënten kunnen worden geïncludeerd. En om onderzoekers die voldoende capabel zijn om de relevante onderzoeksvragen te formuleren en uitkomsten te genereren die meerwaarde hebben in de kliniek. Maar dat is het minste probleem, Nederland kent een goed onderzoeksklimaat.

De beschikbaarheid van voldoende patiënten wordt een groter probleem naarmate het om zeldzamere ziekten gaat. Internationale samenwerking in onderzoek biedt dan uitkomst om tot voldoende patiëntenaantallen te komen. De vraag of voldoende tijd bestaat voor onderzoek hangt samen met de beschikbaarheid van middelen. Simpel gezegd: als geld geen beperking was konden alle relevante onderzoeken in één keer worden gedaan. Maar we leven niet in een ideale wereld en moeten dus keuzes maken. Goede afstemming tussen onderzoekers is daarbij essentieel. Samenwerken dus in plaats van eigen onderzoeksdoelen nastreven of de doelen uit de missie en visie van de organisatie.

Op Medisch Contact zie ik op dezelfde dag dat KNMG-voorzitter René Héman zegt “Gezondheid is politiek.” Maar dat is natuurlijk toeval.

Delen