Gezondheidswinst

Is gezondheidswinst een Japke-D-achtig jeukwoord of de weg naar vooruitgang? De voorzet van de Nederlandse Zorgautoriteit om gezondheidswinst centraal te zetten in de bekostiging van medisch-specialistische zorg, maakt veel en sterk wisselende reacties los.

Een kleine selectie uit de Twitterreacties maakt dit duidelijk. ‘Dit is echt onwerkelijk’ staat bijvoorbeeld lijnrecht tegenover ‘Dat is wel vooruitgang!’. Net als ‘En die gezondheidswinst kunnen we al meten? De NZa heeft kennelijk een geheim instrumentarium’ en ‘Helder, die kant gaat het dus op en terecht’.

In reactie op een van de critici stelt de NZa dat het gaat om ‘gezondheidswinst, uitgedrukt in uitkomsten die voor de patiënt belangrijk zijn’, die moeten ‘onderdeel worden van de afspraken die zorgaanbieders en zorgverzekeraars met elkaar maken’.

Buig de DBC-prikkel om méér zorg te leveren om naar een prikkel om betere zorg te leveren

Op grond van die opmerking begrijp ik dat minister Bruno Bruins wel wat ziet in het voorstel van de NZa. Het idee – de huidige prikkel in het DBC-systeem om méér zorg te leveren ombuigen naar een prikkel om betere zorg te leveren – spreekt tot de verbeelding. Met sturing hierop door de zorgverzekeraars is dit een route naar kostenbeheersing in de medisch-specialistische zorg. Bruins koppelt er meteen het aanvullende idee aan om tot inkoop in bundels te komen, wat de samenwerking tussen eerste en tweede lijn zou vereenvoudigen.

Dat klinkt aantrekkelijk: én de uitkomst van zorg zoals de patiënt die ervaart meer centraal stellen én het schot tussen eerste en tweede lijn slechten. Nu de praktische invulling nog.

Delen