Goed, beter, nog niet best

Ach ja, het is weer tijd voor ziekenhuislijstjes. Gisteren gaf Elsevier de aftrap en het AD zal snel volgen. Elsevier wees dit jaar maar liefst vier ziekenhuizen als winnaars aan. Mooi dat zij het alle vier zo goed doen, maar het bezwaar tegen dit soort lijstjes is daarmee niet weggenomen. We kunnen als verzekerden niet allemaal naar een van die vier ziekenhuizen op het moment dat we patiënt worden. Belangrijker dan de vraag welk ziekenhuis het beste is, is de vraag welk ziekenhuis optimaal energie steekt in zichzelf structureel verbeteren.

Vooruitgang is dat Elsevier dit jaar de ziekenhuizen heeft vergeleken aan de hand van alle zorg die ze leveren, en dan alleen met de ziekenhuizen die dezelfde behandelingen aanbieden. De redactie stelt terecht dat dit een scherper beeld geeft van de kwaliteitsverhoudingen. Verder is het goed dat de redactie erop wijst dat ziekenhuizen enorm veel kwaliteitslijstjes moeten invullen, maar juist bijna niet over de uitkomsten van het medisch handelen voor de patiënt. Maar ze wijst er ook op dat er goed nieuws is door ‘de stille revolutie die medisch specialisten zelf in gang hebben gezet’.

Zo breed gedragen als het hier staat is het helaas in de praktijk nog niet, want het beperkt zich nog tot drie gebieden: het Dutch Institute for Clinical Auditing, de stichting Nederlandse Intensive Care Evaluatie en Meetbaar Beter. De zorg bestaat uit meer dan alleen oncologie, intensive care en hartzorg. Het is pas een begin, stelt de redactie terecht. Het is tijd dat méér vakgroepen de slag gaan maken naar uitkomstindicatoren.

 

Delen