Goed luisteren
Nog hooguit vijftien jaar wachten, en dan gebeurt 80 procent van wat nu nog door artsen wordt gedaan, gewoon door slimme hard- en software. Dit schrijft recent Vinod Khosla, ondernemer en investeerder uit Silicon Valley in Californië, in een ruim 7000 woorden lange paper (pdf).
Het goede nieuws, meent Khosla, is dat de gezondheidszorg hierdoor niet alleen veel goedkoper wordt, en veel ruimer beschikbaar voor de armere segmenten van de wereldbevolking, maar ook veel beter.
De sleutelfactor is ‘data science’, ofwel: het beschikbaar komen van nieuwe, bijna oneindig rijke bronnen van (continue) gegevens over de gezondheid van individuele personen, via alle mogelijke sensoren. Dit in combinatie met nieuwe systemen van kennis en analyse, die vooral op het gebied van diagnostiek en prescriptie onvergelijkbaar veel beter zullen presteren dan onze huidige dokters van vlees en bloed. Die laatsten worden dan ook deels overbodig. Hun rol verschuift naar vooral patiëntenbegeleiding op het intermenselijke vlak – een taak die ook heel goed past bij professionals met een veel minder uitgebreide opleiding.
Khosla beseft dat in de medische wereld zelf velen dit soort radicale voorspellingen reflexmatig zullen ridiculiseren als niet serieus te nemen onzin afkomstig van een medisch niet-geschoolde buitenstaander. Ook voorziet hij dat de omwenteling die hij beschrijft, aanvankelijk zwaar zal worden bestreden vanuit het medisch establishment zelf, dat hier immers veel te verliezen heeft. Maar helpen zal dit niet: uiteindelijk, leert de geschiedenis, valt dit soort technologiegedreven verandering door niemand te stuiten.
Hoe plausibel Khosla’s visie is, moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Maar hou hierbij wel in het achterhoofd dat we hier niet te maken hebben met een of andere modieuze trendwatcher uit het speaker’s circuit, maar met iemand die in de echte grote-mensenwereld zijn sporen allang en overtuigend heeft verdiend. Samen met drie partners stond hij begin jaren tachtig aan de wieg van computerbouwer Sun Microsystems, al snel een van de grotere, succesvolle en innovatieve spelers in de toen tot wasdom komende moderne ICT-industrie.
Khoshla is ook niet de enige ‘grote ICT-naam’ van toen die later, als investeerder en/of als filantroop, een serieuze interesse heeft ontwikkeld in de medische wetenschap. Microsofts Bill Gates, Andy Grove van chipsproducent Intel, Larry Ellison van databasegigant Oracle: elk van hen zet zich op zijn eigen manier serieus in voor een betere gezondheidszorg. (En, miljardairs als ze allemaal zijn, echt niet met het oog op persoonlijk financieel gewin.)
Ook waren ze allemaal, inclusief Vinod Khosla, niet alleen zakelijk topbestuurder van hun mega-ondernemingen, maar waren ze zelf ook vanaf het eerste begin direct, hands-on en in detail betrokken bij de technologische ontwikkeling van hun producten. Mannen dus die je gerust kunt rekenen tot de best brains van hun generatie. En als die iets (nieuws) te vertellen hebben, over welk onderwerp dan ook, en dus ook over medische zaken, kan het nooit kwaad om goed te luisteren.